De gemeente denkt dat de aanbesteding van de tram duurder gaat uitvallen dan in eerste instantie gedacht. Volgens wethouder Karin Dekker gaat het de stad desondanks geen cent meer kosten, omdat de inkomsten ook hoger zullen uitvallen.
Tot voor kort ging de gemeente ervan uit dat de komst van de tram maximaal 430 miljoen euro zou kosten. Dat bedrag werd vastgesteld als het zogenaamde bestedingsplafond. Dat wil zeggen: als de consortia die nu meedingen naar het realiseren van de tram voor een hoger bedrag inschrijven, het project niet door kan gaan. De verwachting is nu dat de consortia vermoedelijk gaan inschrijven voor rond de 460 miljoen euro. Aangezien dat verschil erg groot is, wil de gemeente het bestedingsplafond verhogen naar 452,5 miljoen euro. De consortia worden daardoor uitgenodigd om niet te hoog in te schrijven, terwijl de aanleg van de tram nog steeds een haalbare kaart is.
Wethouder Dekker denkt dat het project niet meer gaat kosten dan de eerder beraamde 307,5 miljoen euro. De overige 145 miljoen euro worden namelijk terugverdiend door inkomsten door de verkoop van kaartjes. Die zijn volgens Dekker in eerste instantie te voorzichtig berekend, en zelf in de huidige berekening eerder te voorzichtig dan te royaal beraamd.
Het belangrijkste verschil voor Groningen is evenwel dat de gemeente in de nieuwe constructie veel meer risico’s draagt dan voorheen. Er is afgesproken dat als de inkomsten tegenvallen de gemeente en provincie de eerste vijf jaar verantwoordelijk is voor de verliezen en in de daaropvolgende vijf jaar het OV Bureau, dat echter ook deels door de gemeente gefinancierd wordt. Voorts heeft de gemeente met de provincie een afspraak gemaakt voor het geval dat de kosten onverhoopt hoger uitvallen. In dat geval worden de extra kosten dan deels gefinancierd door gebruik te maken van het budget van 30 miljoen dat bestemd is voor investeringen in het stationsgebied. In het uiterste geval staan zowel provincie als gemeente ieder voor 7,5 miljoen euro garant.