Groningen gaat woensdag naar de stembus. Vanaf 07.30 uur gaan de deuren van tientallen stembureaus open voor de Provinciale Statenverkiezingen, en indirect voor de Eerste Kamer. De verkiezingen vinden plaats in een periode waarop tachtig procent van de Groningers zegt dat de provincie als bestuursorgaan moet blijven bestaan.
Het onderzoek is gepubliceerd door het vakblad Binnenlands Bestuur en uitgevoerd door TNS Nipo en laat een opvallende tweedeling in Nederland zien. Want inwoners van de zogenaamde Randstad-provincies hechten het minst aan het voortbestaan van hun provincie. Achttien procent van de inwoners van Zuid-Holland zegt dat de provincie wel opgeheven kan worden, en dat de taken het beste overgenomen kunnen worden door gemeente of landelijke overheid. In Groningen vindt slechts elf procent dit, waarmee de provincie op plaats drie komt. Alleen de Friezen en Zeeuwen zijn nog stelliger: daar vindt negen procent dat de provincie wel opgeheven kan worden.
De betrokkenheid, het decentraliseren en de hechtheid is ook terug te zien in het kennen van de Commissaris van de Koningin. 64 Procent van de Groningers zegt Max van den Berg te kennen. Groningen moet alleen Zeeland voor laten gaan, want daar weet 93% dat Karla Peijs Commissaris is. De provincie Utrecht staat onderaan. Slechts veertien procent van de mensen aldaar weet dat Roel Robbertsen dit ambt vervult.
In het onderzoek is ook gevraagd wie men qua gedeputeerden kent. In de top-12 voert de Limburgse gedeputeerde Odile Wolfs met 41% de ranglijst aan, op de voet gevolgd door Tanja Klip-Martin uit Drenthe. De Groningse gedeputeerde Marc Jager van Verkeer en Vervoer is terug te vinden op de zesde plaats. Twintig procent van de geënquêteerden zegt hem te kennen.
