Het Universiteitsmuseum zoekt onderdak voor een skelet van een blauwe vinvis. Het gevaarte ligt nu ingepakt in een kelder in Haren stof te verzamelen.
De blauwe vinvis is het grootste dier dat op aarde leeft. In 1910 spoelde een dood exemplaar aan in Zeeland. Het werd gedoneerd aan het Universiteitsmuseum, dat het tussentijds uitleende aan het Natuurmuseum.
Het skelet is 22 meter lang en 4 meter in doorsnede. De botten wegen bij elkaar meer dan anderhalve ton. Omdat maar weinig plaatsen zijn waar het dier tentoongesteld zou kunnen worden, liggen de botten al enige tijd in een kelder van het voormalige Biologische Centrum in Haren. Het museum heeft geprobeerd om het skelet te slijten aan het Centrum voor Levenswetenschappen van de Rijksuniversiteit in het Zernikecomplex. De architect van het gebouw was daar echter mordicus op tegen.