De politie Groningen vindt dat beveiligingsbeelden van bewakingscamera’s vaak van slechte kwaliteit zijn. De politie sluit zich daarmee aan bij het standpunt van het CDA in de Tweede Kamer.
Het CDA vraagt in de Tweede Kamer aan minister Ivo Opstelten (Veiligheid en Justitie) hoe het kan dat de beelden van zulke slechte kwaliteit zijn. Vaak laten de beelden alleen zien met hoeveel man de misdadigers zijn en de handelingen die zij uitvoeren. Gezichten zijn niet te onderscheiden. De vraag komt dan op hoeveel die beelden kunnen bijdragen aan het oppakken van de misdadigers.
Steeds vaker zet de Groninger politie beelden van een overval of andere misdaad op YouTube om zoveel mogelijk getuigen te verzamelen. Ook hiervoor zou het handig zijn om goede kwaliteit beveiligingsbeelden te hebben.
Op eerste kerstdag organiseren Italiaans Eetcafé Olivier en Café Merleyn in samenwerking met een groep…
Groningen gaat een grijze kerst tegemoet. Na een kille kerstavond zijn de temperaturen op eerste…
In kapsalon Black Hair Creation aan de Johan de Wittstraat zijn de afgelopen tijd behoorlijk wat…
De fractie van de SP heeft de afgelopen dagen taarten rondgebracht bij Groningse apotheken. Dat…
Maandagmiddag heeft een ongeval plaatsgevonden op de afrit van de N7 in de richting van…
De verlichting van de Martinitoren gaat maandagavond al aan. Dat meldt Harry de Lange, initiatiefnemer…
Bekijk reacties
Volgens het onderzoek van hoogleraar strafrecht Prof. Dr. G. van den Heuvel Universiteit van Maastricht naar "overheidscriminaliteit" (internet) bestaat tegenwoordig meer dan de helft van alle misdaad in ons land uit deze zorgvuldig verzwegen criminaliteitsvorm. Daarmee is onze overheid de grootste duurzame bedreiging geworden van de nederlandse samenleving. Misschien moeten alle camera's eens onze regering en bovenal de hoogste ambtenaar op justitie Secretaris Generaal Joris Demmink (internet) in de gaten gaan houden. Want tegen dit individu liggen twee aangiftes wegens sexueel misbruik van minderjarige jongens op het advocatenkantoor van Mevr. Adèle van der plas.