In de provincie Groningen wordt een discussie gevoerd over het mogelijk verdwijnen van de duikteams van de brandweer.
Op dit moment zijn er in de provincie twee duikteams die uit zo’n dertig duikers bestaan. Eén van de teams is in de stad Groningen gevestigd, het andere in Delfzijl. Voor de gemeenten in het zuiden van de provincie wordt bij waterongevallen de hulp ingeroepen van het korps van Emmen. “Vanwege bezuinigingen wordt er nu een discussie gevoerd waarbij opheffen één van de opties is”, vertelt woordvoerder Maarten van Wieringen van de Hulpverleningsdienst Groningen. “Andere opties zijn handhaven of dat we één locatie opheffen”.
Vanuit de wet is het niet verplicht dat brandweerkorpsen beschikken over een duikteam. “De brandweer staat voor het redden van mens en dier”, legt Van Wieringen uit. “Maar je kunt je afvragen wat een duikteam oplevert, omdat ze weliswaar regelmatig uit moeten rukken maar op jaarbasis statistisch gezien geen tientallen mensen redden”.
Mochten de duikteams opgeheven worden dan is één van de mogelijkheden om verschillende brandweerkorpsen uit te rusten met een boot. “Verschillende korpsen hebben al een boot waarmee een zogenaamde grijpredding kan worden uitgevoerd. Probleem is echter wel, dat als het gaat om water dat meters diep is, grijpredding niet mogelijk is”. Dit betekent dat er gewacht moet worden op een duikteam dat wellicht voor het slachtoffer te laat ter plaatse komt.
In de duikwereld zijn er drie facetten te onderscheiden. De lichtste vorm is grijpredding. Hierbij kan een brandweer- of politieman vanuit een boot of vanaf de kant iemand uit het water halen. De middelste vorm is ‘oppervlakteredding’. Bij oppervlakteredding voeren brandweermensen relatief veilige en eenvoudige reddingen in ondiep water uit. De zwaarste reddingsvorm zijn de duikteams van de brandweren in Delfzijl en Groningen waar in dit artikel over wordt gesproken.
Als de duikteams opgeheven worden dan zal daar een bepaald bedrag mee bespaard worden. Hoe hoog dit bedrag is, kan Van Wieringen niet zeggen. “Hier wordt op dit moment onderzoek naar gedaan”, aldus de woordvoerder. De kosten die een duikteam met zich meebrengt zitten vooral in het opleiden van de duikers, het materieel dat zij gebruiken en het ervoor zorgen dat hun kennis up to date blijft. “Een duikteam zal altijd geld kosten, maar aan de andere kant kun je je afvragen wat een mensenleven je waard is”.
De beslissing over het opheffen of in stand houden van de duikteams moet genomen worden door de burgemeesters van de Groningse gemeenten. “Dit is een democratische beslissing waar de burgemeesters samen uit moeten zien te komen”. Behalve opheffen of handhaven is er de mogelijkheid om te halveren maar dit brengt volgens Van Wieringen ook consequenties met zich mee. “Stel dat je de duikers in Delfzijl in stand houdt, dan zullen inwoners van het Westerkwartier daar niets aan hebben, omdat de aanrijtijd (de tijd die nodig is voor het ter plaatse komen van een brandweervoertuig, red.) dan veel te lang wordt”. Van Wieringen verwacht dat de burgemeesters nog dit jaar een beslissing zullen nemen over het voortbestaan van de duikteams.
De discussie over de duikteams van de brandweer wordt overigens landelijk gevoerd. In Fryslân worden bijvoorbeeld naar alle waarschijnlijkheid drie van de vijf teams opgeheven. “Bij onze buren, maar ook in andere provincies zie je dat de veiligheidsregio’s aldaar de beschikking hebben over veel meer duikers. Als veiligheidsregio bieden wij het slechts aan op twee locaties en dat maakt de discussie in Groningen iets minder urgent”.