De Nationale Ombudsman heeft een klacht van een vrouw uit Groningen tegen het UWV Groningen toegewezen. De vrouw heeft inmiddels compensatie gekregen van de uitkeringsinstantie.
De vrouw vroeg in oktober 2010 een WW-uitkering aan bij het UWV Groningen. Omdat ze niet van de uitkering kon leven, vroeg ze telefonisch informatie bij het UWV over een aanvullende uitkering. Daar kreeg ze echter te horen dat ze daar geen recht op had, omdat ze niet onder het sociaal minimum leefde. De vrouw legde zich daar bij neer, totdat drie maanden later haar uitkering stopte en ze een bijstandsuitkering kreeg van de gemeente. Die bleek namelijk hoger uit te vallen dan haar WW-uitkering en de niet uitgekeerde aanvulling samen.
De vrouw besloot daarom uit te zoeken hoe de vork in de steel zat en kwam tot de conclusie dat ze wel degelijk recht had gehad op de aanvullende uitkering. Het UWV gaf echter weer niet thuis omdat uitkeringen niet met terugwerkende kracht kunnen worden toegekend. De vrouw stapte daarop naar de Ombudsman omdat zij meende dat ze verkeerd was voorgelicht door het UWV. Het standpunt van de UWV was dat de vrouw zelf verantwoordelijk was voor het aanvragen van een aanvulling op haar uitkering.
Tijdens het onderzoek van de Ombudsman ontkende het UWV in eerste instantie dat de vrouw had geïnformeerd naar de aanvullende uitkering. Van het gesprek was echter een aantekening gemaakt, en daaruit bleek dat de vrouw wel degelijk naar de uitkering had gevraagd en dat zij niet doorverwezen was naar de instantie die over dit soort zaken moet oordelen. De Ombudsman vindt dat het UWV daarmee tekort is geschoten in zijn taak.
Het UWV heeft inmiddels een regeling met de vrouw getroffen.