“Het is jammer dat de mensheid niks geleerd heeft van de Jodenvervolging tijdens de Tweede Wereldoorlog”, zegt Frits Grunewald, wiens ouders tijdens de oorlogsjaren ondergedoken zaten in een woning aan de Friesestraatweg.
“Erich Grunewald, mijn Joodse vader, besloot al in 1933 met de opkomst van het Nazi-regime het land te ontvluchten. Via Londen kwam hij uiteindelijk in 1939 in Groningen terecht waar hij mijn toekomstige moeder uit Maastricht leerde kennen. Halverwege de oorlogsjaren kwam er op een gegeven moment een keuringsoproep binnen om naar een kamp te gaan. Daar heeft hij gevolg aan gegeven, heeft de brief afgegeven, maar op een onbewust moment toen er geen bewaking aanwezig was, is hij gevlucht.”
Grunewald zit samen met zijn vrouw, en grootouders die na de Kristallnacht uit Duitsland gevlucht waren, tot de bevrijding ondergedoken. Met hulp van het verzet weten ze de oorlog te overleven. “Op 4 mei denk ik aan mijn familie, aan alle Joden die de oorlog niet overleefd hebben en aan alle mensen die van alles hebben meegemaakt. Dat het herdenken en het stil staan bij de verschrikkingen nog steeds noodzakelijk is bewijzen recente conflicten als de Srebrenica-oorlog wel. Want daaruit blijkt dat we eigenlijk maar weinig geleerd hebben.”
OOG Radio staat deze week uitgebreid stil bij de verschrikkingen die plaatsvonden tijdens de oorlogsjaren in Groningen. In samenwerking met het Oorlogs en Verzetscentrum Groningen is een vijfdelige serie gerealiseerd.
Luister hier naar het eerste deel van de serie waarin Frits Grunewald vertelt over zijn Joodse ouders die tijdens de oorlogsjaren moesten onderduiken: