De voorzitter van de landelijke ondernemingsorganisatie VNO-NCW, Bernard Wientjes, roept bestuurders in het Noorden op om niet langer te aarzelen rond de aanleg van de spoorlijn van Groningen naar Heerenveen. De spoorlijn is volgens Wientjes van strategisch belang voor het Noorden.
VNO-NCW en ook MKB-Nederland hebben altijd achter de plannen gestaan om het Noorden aan te sluiten op de Zuiderzeelijn. Nadat dit plan in 2007 in de prullenbak verdween hebben de beide ondernemingsorganisaties een alternatief pakket aangeboden met de spoorlijn Groningen – Heerenveen als hoeksteen hiervan. “Met de aanleg van de spoorlijn blijft de Zuiderzeelijn in beeld. Dit maakt dat de aanleg van deze verbinding niet alleen van regionaal belang is, maar ook van nationaal en op termijn van internationaal belang”, aldus Wientjes.
Zonder de spoorlijn is het volgens Wientjes onmogelijk om als regio te kunnen scoren. Het kabinetsbeleid is er op gericht dat Nederland een sterke internationale positie heeft. Voor het Noorden biedt dit mogelijkheden omdat sectoren als energie, water, logistiek en chemie sterk vertegenwoordigd zijn. Met een goede ontsluiting kan het Noorden zich profileren als de energieregio van Noordwest-Europa.
Wientjes vindt dat behalve de spoorlijn naar Heerenveen ook de lijn naar het Duitse Leer opgewaardeerd moet worden. Ook deze verbinding is volgens de voorzitter essentieel voor de economische ontwikkeling.