Er blijkt toch een verband te zijn tussen het instorten van de zendmast in Hoogersmilde vorig jaar juli en de brand in de zendtoren van IJsselstein eerder op die dag. Dat blijkt uit onderzoek van beheerder NOVEC, waar de NOS de hand op heeft weten te leggen.
De brand in IJsselstein werd veroorzaakt doordat de antennes van Broadcast Partners niet goed uitzonden, maar wel de gebruikelijke hoeveelheid vermogen kregen aangeleverd. Doordat dit probleem niet werd ontdekt of er niet werd ingegrepen, brak er brand uit, waardoor diverse radiozenders in Midden-Nederland niet meer te ontvangen waren.
Volgens de onderzoekers heeft Broadcast Partners dit probleem proberen op te vangen door het vermogen van de antennes in Hoogersmilde her te verdelen. Uit het onderzoek blijkt dat al vroeg in de ochtend de ontvangststerkte van alle zenders richting Noord daalt, terwijl de antennes die in zuidelijke richting staan afgesteld aan kracht winnen. De antennes kregen hierdoor drie kilowatt aan vermogen extra wat leidde tot de brand en het uiteindelijk instorten van de zendmast.
Door het instorten waren verschillende publieke- en commerciële radio- en televisiezenders niet meer te ontvangen in Groningen. Door het opzetten van een noodmast op het terrein van de Johan Willem Frisokazerne in Assen en het plaatsen van steunzenders in Tjerkgaast werd gepoogd de signalen weer ontvangbaar te maken. Dit lukte maar ten dele, want nog altijd wordt er geklaagd over een slechter ontvangst. Vanaf oktober moeten de problemen volledig zijn opgelost als de nieuwe zendmast in Hoogersmilde weer operationeel is.
Broadcast Partners laat aan de NOS weten niet inhoudelijk te willen reageren op het onderzoek, en wacht op de uitkomsten van nader onderzoek met zijn verzekeraars.