Een erfelijke aanleg voor hartspierziektes, waaraan in Nederland meer dan honderd families lijden, is terug te leiden is naar een Fries die zo’n zes tot acht eeuwen geleden leefde. Dat blijkt uit onderzoek van onder meer het UMCG.
De aanleg wordt met name gevonden bij families in de noordelijke provincies en in Noord-Holland: ongeveer 1 op de 1400 heeft hier mee te maken. Door een afwijkend gen, hebben zij grotere kans op bijvoorbeeld een verwijding van de hartspier of hartritmestoornissen. Dat laatste kan leiden tot een plotselinge hartstilstand.
Bij de helft van alle patiënten hebben de onderzoekers via het DNA een erfelijke aanleg vastgesteld. Door onderzoek kon vastgesteld worden dat allen een gezamelijke voorouder hadden, namelijk een Fries die in de Middeleeuwen in het oostelijk deel van het toenmalige Friesland leefde.
Dankzij de ontdekking van het gen, is nu vroeg bekend welke families riscio lopen. Zij kunnen zich vroegtijdig laten controleren. Het complete onderzoek wordt deze week gepubliceerd in het wetenschappelijke tijdschrijft European Journal of Heart Diseases.