De profvoetballers van de toekomst zijn op 14-jarige leeftijd al te scouten. Dit is de uitkomst van het onderzoek van bewegingswetenschapper Barbara Huijgen van het Universitair Medisch Centrum Groningen naar talentontwikkeling van jonge voetballers.
Volgens Huijgen is bij jeugdvoetballers verschil te zien tussen spelers die later wel of niet het profvoetbal halen. Toekomstige profs blijken op 14-jarige leeftijd al betere technische vaardigheden te beheersen. Het grootste verschil zit vooral in de snelheid met de bal aan de voet. Bij de meer dan 500 getalenteerde spelers die Huijgen volgde, blijkt dat de spelers die uiteindelijk profvoetballer zijn geworden, tijdens hun jeugd gemiddeld 0.3 seconde sneller waren over een afstand van 30 meter. De toekomstige profs van 14 tot 18 jaar waren gemiddeld 1 seconde sneller over een afstand van 3 x 30 meter met bal dan de toekomstige amateurs.
Naast de snelheid onderzocht Huijgen ook de nauwkeurigheid bij het uitvoeren van de technische vaardigheden zoals passen en balcontrole. Onder de spelers tussen de 10 en 18 jaar blijken de kampioenen van de toekomst op hogere snelheid minder fouten te maken.
Barbara Huijgen adviseert jeugdopleidingen om haar onderzoek te testen onder de spelers om hun vaardigheden en voetbaltalent beter te herkennen en te ontwikkelen. Op 29 mei 2013 promoveert Huijgen aan de Rijksuniversiteit Groningen op haar onderzoek.