Enkele tientallen nabestaanden hebben zaterdag de zes Molukse treinkapers herdacht die bij de treinkaping bij de Punt in 1977 om het leven kwamen. De herdenking vond voor het eerst in de geschiedenis plaats.
De herdenking werd gehouden in de buurt van de locatie waar de Molukkers drie weken lang de inzittenden van een trein gegijzeld hielden. Op de herdenkingsplek langs het spoor waren acht stoelen neergezet. Zes blauwe voor de omgekomen Molukse kapers en twee bruine voor de omgekomen passagiers.
De herdenking werd dit jaar voor het eerst gehouden vanwege alle aandacht die er het afgelopen half jaar voor de kaping was. Uit onderzoek zou namelijk blijken dat bij de bevrijdingsactie excessief geweld door het leger is gebruikt. Kapers die na de bestorming nog in leven zouden zijn geweest, zouden zijn doodgeschoten. Ook zouden er van dichtbij erg veel kogels zijn afgevuurd.
Kaping duurde drie weken
De treinkaping bij het Drentse De Punt begon op 23 mei 1977. Negen Zuid-Molukse jongeren kaapten de intercity van Assen naar Groningen en gijzelden 45 reizigers. De gijzeling begon twee dagen voor de Tweede Kamer-verkiezingen, waarmee de kapers de Nederlandse regering onder druk wilden zetten om hun beloftes in te lossen.
Bevrijdingsactie
Na twintig dagen kwam er een einde aan de kaping als op 11 juni 1977 scherpschutters van het leger het vuur openen. Tegelijkertijd vliegen zes straaljagers laag over de trein heen. Korte tijd later bestormen mariniers de trein en bevrijden de passagiers. Bij de actie komen zes Molukkers en twee reizigers om het leven.