In 2013 zijn er 23.801 dierproeven verricht bij de RUG en het UMCG. Muizen werden hiervoor het meest gebruikt nl. 11.894, 5264 ratten en 5387 vogels.
De RUG heeft een onpartijdige dierexperimentencommissie die proefdier-gebruik beoordeelt . Zij toetst onderzoeksaanvragen aan de wet- en regelgeving. Ook weegt ze het belang van het dierexperiment af tegen het ongerief dat proefdieren ondervinden. Ook ondersteunt de Instantie voor Dierenwelzijn onderzoekers bij het zo goed mogelijk plannen en uitvoeren van het dierexperiment. De proefdier-deskundigen zien toe op het welzijn van de dieren, controleren of de medewerkers werken volgens de geldende wet- en regelgeving en geven onderwijs en trainingen. De RUG en het UMCG streven naar vervanging en vermindering van proefdieren en verfijning van de dierproeven.
Veel onderzoeksprogramma’s richten zich op onderwerpen als de ziekte van Alzheimer, diabetes en Parkinson. Voor dit onderzoek zijn dierproeven soms noodzakelijk. Maar ook om ecologische vraagstukken zoals het trekgedrag van vogels te ontrafelen, zijn dierexperimenten nodig.
