Kinderen met kanker passen zich bijzonder goed aan aan de gevolgen van hun ziekte. Dat blijkt uit een onderzoek waarop kinderverpleegkundige en orthopedagoge Esther Sulkers volgende week promoveert aan de RUG.
Kinderen met kanker zijn minder pessimistisch dan hun gezonde leeftijdgenoten, stellen moeilijk haalbare doelen bij en hebben meer oog voor de positieve kanten van ziekte. Dit doen ze al in de eerste maanden na de diagnose.
Ook ouders raken al snel aan de extra zorgtaken gewend. De meeste kinderen met kanker en hun ouders blijken weinig psychische klachten te hebben, ondanks dat de diagnose en behandeling zeer ingrijpend zijn.
Esther Sulkers onderzocht waarom zij zo veerkrachtig zijn. Het blijkt dat de kinderen minder geneigd te focussen op dingen die in de toekomst verkeerd kunnen gaan. Bovendien kunnen ze hun persoonlijke doelen goed aanpassen.