Het determineren van libbelehuidjes. Het gebeurt deze dagen in een boerderij van het Groninger Landschap in Lettelbert.
In Nederland gaat het erg slecht met de libelle. “In heel veel gebieden komt het insect niet of nauwelijks voor”, zegt René Oosterhuis van het Groninger Landschap. “Hier in Groningen staat het er gelukkig beter voor, maar we moeten er wel hard aan blijven werken.”
Eén van die onderdelen is het determineren van de libellehuidjes. “De libelle leeft zo’n twee jaar onder water. Daarna komt het insect boven water, verliest zijn huid, en gaat op zoek naar een paringspartner. Juist dit stuk huid wat ze achter laten kan ons veel vertellen over welke soorten er leven, en wat de achtergrond ervan is.”
De eerste resultaten van het onderzoek zijn positief. “In vergelijking met twee jaar geleden kunnen we concluderen dat het aantal stabiel blijft, maar dat het in de ene sloot afneemt, en in een andere juist weer toeneemt.”