De gemeente wil burgers, bedrijven en partners betrekken bij het maken van plannen voor het opwekken van grootschalige windenergie in de stad.
De windenergie moet ten goede komen aan de stad en de Stadjer, zo vindt de gemeente. Uit goede gesprekken met de Groningers en de gemeenteraad moeten antwoorden komen op vragen als: hoeveel windmolens moeten er komen, hoe groot mogen ze zijn en op welke locaties komen ze te staan.
Uitgangspunt is dat de windmolens zorgvuldig worden ingepast in de omgeving en dat de opbrengsten eerlijk worden verdeeld. De plannen worden nu verder samen met de provincie uitgewerkt. De provincie zegt open te staan voor nieuwe initiatieven.
Politieagenten hebben zaterdagmiddag twee winkeldieven aan kunnen houden die hun slag hadden geslagen bij meerdere…
In een portiek van een woongebouw aan de Jacques Perkstraat heeft zaterdagmiddag korte tijd brand…
De fractie van Stadspartij 100% voor Groningen noemt het te gek voor woorden dat de…
De sneeuwchaos van donderdagavond heeft gezorgd voor bijzondere oplossingen. Op filmpjes, die zaterdag online werden…
Zo'n vierhonderd mbo- en hbo-studenten hebben afgelopen week meegedaan aan de Gezondheidschallenge Health Noord. Tijdens…
In een paginagrote advertentie zaterdag in de Volkskrant en in De Telegraaf roepen verschillende instellingen…
Bekijk reacties
Zet die dingen bij de verbruikers neer, in het geval van deze stad, rondom de stadsgrenzen. en zadel er niet een deel van de provincie mee op.Geef boeren de keus, of je land verkopen tegen de gangbare grondprijs keer bijvoorbeeld factor 2, of onteigen het land. Het is toch van de zotte dat boeren ieder jaar € 65.000 ontvangen omdat er een windmolen op hun land staat.
De voorkeur aan zonnepanelen zou zo langzamerhand boven die van windmolens moeten komen staan, de opbrengst per paneel gaat met stappen omhoog en deze vallen tegenwoordig bijna onzichtbaar te plaatsen .
plaats er 1 als proefproject op HET FORUM. dan kan een ieder een oordeel vormen.
Een effectieve manier om burgers te betrekken bij plannen voor windparken, is elk huishouden een eigen Kavel deel-windpark te koop aanbieden.
Dat kost bijv 2000 EUR en levert een voordeel op van 5000 tot 8000 EUR
Wie dat koopt, wekt voortaan zijn eigen stroom op, en betaalt daar de kostprijs voor, 3 cent per kWh. Daar is dus geen SDE subsidie meer voor nodig.
Lokale overheden moeten deze aanpak wel afdwingen, want commerciële windpark bouwers zijn liever huisjesmelkers, dan verkoper van kavels deel-windpark.
Het is het aanbieden van de koop, die mensen vaker serieus laat overwegen of ze die goedkope stroom uit windmolens willen.
En of sectoren windpark eigenaar willen worden, met vele anderen in de regio.
Onderstaande tekst trof ik onlangs aan en ik begrijp niet waarom de ingenieurs en wetenschappers die dit opstelden niet geloofd worden:
Windmolens sparen geen brandstof, stop bouw ervan
Nederland krijgt vijf nieuwe windparken op zee, schreef een krant onlangs. Maar energiespecilaits dr. Kees Le Pair ziet niets in nog meer windmolens.
Voor het eerst in de geschiedenis geeft een regeringsinstantie – in Ierland – toe dat windmolens minder brandstof besparen dan volgens de rekenwijze van de EU.
Dat is voor ons niet alleen van belang omdat het Ierse elektriciteitssysteem lijkt op het onze, maar ook omdat het niet komt van onderling kibbelende onderzoekers.
Over die besparing is al jaren strijd tussen critici en door de windmolenlobby ingefluisterde regeringen. Die laatsten houden vol dat alle elektriciteit van de molens evenveel elektriciteit van kolen- en gascentrales vervangt en dus de brandstof die ze anders zouden hebben gebruikt, bespaart. Men noemt dat honderd procent nominale besparing.
Het Ierse SEAI (Sustainable Energy Authority of Ireland) meldde nu dat die besparing in werkelijkheid maar tachtig procent is. Dat komt doordat de gewone centrales minder efficiënt
gaan produceren, omdat zij de variatie in de wind moeten opvangen. Ierland ligt qua windstroom op ons voor. Het land verkrijgt vijftien procent van zijn elektriciteit van windmolens.
Bij ons is dat zes procent. Wij mikken in 2023 op vijfentwintig procent.
Dr. F. Udo, een natuurkundige en oud-medewerker van CERN (nucleair onderzoek), rekende het Ierse rapport na. Hij ontdekte dat de Sustainable Energy Authority of Ireland de feiten niet verdoezelt, maar wel met een truc de zaken te rooskleurig voorstelt. Ze vergelijkt het brandstofverbruik met en zonder wind niet met dezelfde conventionele generatoren, maar verhoogt die door toevoeging van gasturbines met een laag rendement. Het is zelfs lager dan dat van steenkoolcentrales.
Bij een eerlijke vergelijking, daalt de besparing niet tot tachtig procent maar wordt het 71 procent. Dit komt overeen met wat uit gegevens van het Ierse netbedrijf EIRGRID is af te leiden. De Ieren zullen dus onderling wel op één lijn komen. Overigens brengt het echte brandstofverbruik van de Ierse centrales, zoals aan het licht gebracht door een Ierse ingenieur, de nominale besparing verder terug tot 54 procent.
De twee instanties berekenden namelijk het verbruik. Zij maten het niet. De berekening houdt geen rekening met verhoogde inefficiëntie tijdens het op- en afregelen. En ook niet met het verbruik van stationair draaiende eenheden zonder last.
Voor Nederland pakt het slechter uit. De Ieren beschikken over een buffer: elektriciteitsopslag in de vorm van waterkracht. Die neemt een deel van de bezwaren van variabele wind weg. In ons land is dat niet mogelijk.
Besparingsverliezen groeien sterker dan evenredig naarmate meer stroom van windmolens komt. Wanneer wij het Ierse verliespercentage, 46 procent, als uitgangspunt nemen,
zou alleen al een evenredige verslechtering, bij 25 procent windstroom, het verlies brengen op 76 procent. Dat is als gezegd nog niet onze verliesgrens, vanwege de ontbrekende waterkracht. Ook is in dat verlies niet de fossiele brandstof begrepen die nodig is om de molens te bouwen, ze te plaatsen en te bekabelen, en straks voor het onderhoud op zee.
Evenmin de energie die gemoeid is met de enorme uitbreiding van ons elektriciteitsnet vanwege de molens.
Er is weinig fantasie nodig voor de conclusie dat al die molens, die op onregelmatige tijden zoveel stroom gaan leveren, nauwelijks doen wat ze moeten doen: brandstof sparen en CO2-uitstoot verminderen.
Eind vorig jaar kwam minister Kamp (Economische Zaken, VVD) in de Kamer makkelijk weg toen hij een waarschuwing van critici naar de prullenmand verwees.
Hij gebruikte het curieuze argument dat gegevens uit de praktijk niet geschikt waren om de situatie in Nederland te beschrijven. Dat zou met modelberekeningen moeten. Die waren er genoeg (van de windmolenlobby). Daarmee negeerde hij drie eeuwen wetenschap: indien theorie en echte metingen niet overeenstemmen, is de theorie fout.
De vraag is wat er gaat gebeuren nu blijkt dat de overheid van één van de EU-leden zelf ontdekt dat de verwachtingen niet uitkomen. Gaat de regering zich daarin verdiepen of zal zij wachten tot men in Brussel wakker wordt?
Een bijkomstige bedenking is dat het zonder kolen, olie of gas niet mogelijk is molens te bouwen en te plaatsen. Hoe gaan we dat ‘duurzame’ systeem straks onderhouden en vernieuwen als die grondstof op is? Het is maar een kleine bedenking in vergelijking tot die van de gigantische bedragen die de stroomverbruikers extra moeten opbrengen om het windavontuur op te tuigen. Een avontuur dat nu al – er moeten nog vier keer zo veel molens komen – zoveel beroering verwekt, omwonenden en profiteurs tegen elkaar opzet en ons milieu en landschap beschadigt.
Het antwoord is duidelijk: stop met de molenbouw en overtuig samen met de Ieren de EU-partners dat de weg doodloopt. De brandstofbesparing van windmolens is een flop.
Dr. Kees le Pair is oud-lid Algemene Energieraad en voorm. dir. technologiestichting STW.
Mail naar mijnklimaat@xs4all.nl voor meer (ontnuchterende) informatie, onderwerp: essay
met vriendelijke groet,
André van den Berg
Den Haag
mijnklimaat@xs4all.nl
Weer een van die mensen die het internet afstropen om hun onzin te verkopen.