Inwoners van Groningen hebben tot eind september de mogelijkheid om mee te doen aan een enquête over windenergie.
Vooruitlopend op het zogenoemde Windplan dat het Stadsbestuur gaat voorleggen aan de gemeenteraad, worden Stadjers gevraagd over hun opvatting rond windenergie. Met het Windplan geeft de gemeente aan hoe zij verder wil met energie.
Volgens wethouder Mattias Gijsbertsen van Duurzaamheid kan met windenergie een aanzienlijk deel worden opgewekt van de energie die de stad nodig heeft. Alle leden van het Stadspanel krijgen de enquête toegestuurd. Anderen kunnen de vragenlijst vinden via stadjersonline.nl. Het wachtwoord is dan windkracht050.
De Nederlandse Aardolie Maatschappij (NAM) is voorlopig verplicht om bijna een miljard euro te betalen…
Medewerkers van sportschool Fitwerk Oosterpoort lopen tien uur lang achter elkaar in estafette op de…
Hoe schrijf je een radio hit? Dat is een vraag die Tristan Slagter en Boris…
Op de Rademarkt vond dinsdagochtend een aanrijding plaats tussen een auto en een fietser. (meer…)
Bijna twee derde van de Groningers voelt zich wel eens onveilig tijdens het uitgaan. Vooral…
Op eerste kerstdag organiseren Italiaans Eetcafé Olivier en Café Merleyn in samenwerking met een groep…
Bekijk reacties
Iedere gemeente zou door het plaatsen van windmolens op haar eigen gemeentegronden zelfvoorzienend moeten zijn/gaan worden. Voorstanders van windmolens kunnen zich dan ook niet langer blijven verschuilen achter het nimby syndroom. Gelijktijdig ontlast je de rest van de provincie waar windmolenparken staan gepland en waar de bewoners zoals nu in bijvoorbeeld Meeden niet met grote windmolenparken worden opgezadeld.
Dat wou de gemeente ook. Echter de provincie wilde alleen de aangewezen locaties bij Meeden en langs de N33 toestaan.
windmolens in je woonomgeving is een hel. Beide reageerders hebben blijkbaar nog nooit in een windmolenpark gestaan. In de Eemshaven staat een groot park, ga daar eerst maar eens een uurtje staan.
Het leefgenot gaat sterk achteruit met windmolenparken, van de andere kant he is beter dan kernenergie en kolen.
De kolencentrale gaat gewoon door als er windmolenparken zijn. Allemaal extra winst.
Als men de garantie zou krijgen dat de grootste vervuiler in Nederland, de kolencentrale in de Eemshaven, sluit als er windmolens komen, ok, maar dat is niet het geval.
Ik schrijf nu opzettelijk dat veel voorstanders van windmolens last hebben van het nimby syndroom, omdat ik weet welke hel het is om naast of in de directe omgeving van zo`n molen te moeten wonen en/of verblijven. Ik heb een werkplaats naast zo`n molen en bij harde wind is het net een trauma heli welke opstijgt. Vandaar mijn opmerking.
Ja middenweg dat gevoel heb ik ook als ik in de buurt van een windmolen sta.
Vroeger was ik voor windenergie maar sinds ik in de eemshaven ben geweest vind ik het vreselijk die windmolens.
Dan liever zonnepanelen!
Middenweg ik wens je sterkte ermee, je huis is overigens dan nu ook nogeens in waarde gedaald.
Windmolens sparen geen brandstof, stop bouw ervan, zon is goedkoper!
Nederland krijgt vijf nieuwe windparken op zee, schreef de NRC onlangs. Maar energiespecialist dr. Kees Le Pair ziet niets in nog meer windmolens.
Voor het eerst in de geschiedenis geeft een regeringsinstantie – in Ierland – toe dat windmolens minder brandstof besparen dan volgens de rekenwijze van de EU.
Dat is voor ons niet alleen van belang omdat het Ierse elektriciteitssysteem lijkt op het onze, maar ook omdat het niet komt van onderling kibbelende onderzoekers.
Over die besparing is al jaren strijd tussen critici en door de windmolenlobby ingefluisterde regeringen. Die laatsten houden vol dat alle elektriciteit van de molens evenveel elektriciteit van kolen- en gascentrales vervangt en dus de brandstof die ze anders zouden hebben gebruikt, bespaart. Men noemt dat honderd procent nominale besparing.
Het Ierse SEAI (Sustainable Energy Authority of Ireland) meldde nu dat die besparing in werkelijkheid maar tachtig procent is. Dat komt doordat de gewone centrales minder efficiënt
gaan produceren, omdat zij de variatie in de wind moeten opvangen. Ierland ligt qua windstroom op ons voor. Het land verkrijgt vijftien procent van zijn elektriciteit van windmolens.
Bij ons is dat zes procent. Wij mikken in 2023 op vijfentwintig procent.
Dr. F. Udo, een natuurkundige en oud-medewerker van CERN (nucleair onderzoek), rekende het Ierse rapport na. Hij ontdekte dat de Sustainable Energy Authority of Ireland de feiten niet verdoezelt, maar wel met een truc de zaken te rooskleurig voorstelt. Ze vergelijkt het brandstofverbruik met en zonder wind niet met dezelfde conventionele generatoren, maar verhoogt die door toevoeging van gasturbines met een laag rendement. Het is zelfs lager dan dat van steenkoolcentrales.
Bij een eerlijke vergelijking, daalt de besparing niet tot tachtig procent maar wordt het 71 procent. Dit komt overeen met wat uit gegevens van het Ierse netbedrijf EIRGRID is af te leiden. De Ieren zullen dus onderling wel op één lijn komen. Overigens brengt het echte brandstofverbruik van de Ierse centrales, zoals aan het licht gebracht door een Ierse ingenieur, de nominale besparing verder terug tot 54 procent.
De twee instanties berekenden namelijk het verbruik. Zij maten het niet. De berekening houdt geen rekening met verhoogde inefficiëntie tijdens het op- en afregelen. En ook niet met het verbruik van stationair draaiende eenheden zonder last.
Voor Nederland pakt het slechter uit. De Ieren beschikken over een buffer: elektriciteitsopslag in de vorm van waterkracht. Die neemt een deel van de bezwaren van variabele wind weg. In ons land is dat niet mogelijk.
Besparingsverliezen groeien sterker dan evenredig naarmate meer stroom van windmolens komt. Wanneer wij het Ierse verliespercentage, 46 procent, als uitgangspunt nemen,
zou alleen al een evenredige verslechtering, bij 25 procent windstroom, het verlies brengen op 76 procent. Dat is als gezegd nog niet onze verliesgrens, vanwege de ontbrekende waterkracht. Ook is in dat verlies niet de fossiele brandstof begrepen die nodig is om de molens te bouwen, ze te plaatsen en te bekabelen, en straks voor het onderhoud op zee.
Evenmin de energie die gemoeid is met de enorme uitbreiding van ons elektriciteitsnet vanwege de molens.
Er is weinig fantasie nodig voor de conclusie dat al die molens, die op onregelmatige tijden zoveel stroom gaan leveren, nauwelijks doen wat ze moeten doen: brandstof sparen en CO2-uitstoot verminderen.
Eind vorig jaar kwam minister Kamp (Economische Zaken, VVD) in de Kamer makkelijk weg toen hij een waarschuwing van critici naar de prullenmand verwees.
Hij gebruikte het curieuze argument dat gegevens uit de praktijk niet geschikt waren om de situatie in Nederland te beschrijven. Dat zou met modelberekeningen moeten. Die waren er genoeg (van de windmolenlobby). Daarmee negeerde hij drie eeuwen wetenschap: indien theorie en echte metingen niet overeenstemmen, is de theorie fout.
De vraag is wat er gaat gebeuren nu blijkt dat de overheid van één van de EU-leden zelf ontdekt dat de verwachtingen niet uitkomen. Gaat de regering zich daarin verdiepen of zal zij wachten tot men in Brussel wakker wordt?
Een bijkomstige bedenking is dat het zonder kolen, olie of gas niet mogelijk is molens te bouwen en te plaatsen. Hoe gaan we dat ‘duurzame’ systeem straks onderhouden en vernieuwen als die grondstof op is? Het is maar een kleine bedenking in vergelijking tot die van de gigantische bedragen die de stroomverbruikers extra moeten opbrengen om het windavontuur op te tuigen. Een avontuur dat nu al – er moeten nog vier keer zo veel molens komen – zoveel beroering verwekt, omwonenden en profiteurs tegen elkaar opzet en ons milieu en landschap beschadigt.
Het antwoord is duidelijk: stop met de molenbouw en overtuig samen met de Ieren de EU-partners dat de weg doodloopt. De brandstofbesparing van windmolens is een flop.
Dr. Kees le Pair is oud-lid Algemene Energieraad en voorm. dir. technologiestichting STW.
Mail naar mijnklimaat@xs4all.nl voor meer (ontnuchterende) informatie, onderwerp: essay
met vriendelijke groet,
André van den Berg
Den Haag
mijnklimaat@xs4all.nl
Windenergiehaters zijn planeethaters.