Ik voar nait vot ik voar weerom. En aalweg longert t haart noar laand loug wad. Fietsers die over de Noordzeebrug fietsen kunnen vanaf vrijdag dichtend de stad in en uit. Dichter Jan Glas wil op die manier een boodschap over het leven brengen.
Wanneer je de stad in komt over de brug zie je de regel ‘ik voar nait voat ik voar weerom’ (vertaling: ik ga niet weg ik ga terug). De zin beschrijft het terugkomen in de stad. Verder kan je de regel ook zien in het licht van afscheid of dood. De regel bij het verlaten van de stad is ‘en aalweg longert t haart noar laand loug en wad’ (vertaling: en steeds verlangt het hart naar land dorp en wad). Deze zin beschrijft de uitgestrektheid van het Groninger land, het verlangen naar de rust, en het verlangen naar het wijde wad en de zee.
Met deze zinnen wil dichter Jan de mensen in contact laten komen met het Gronings dialect. Hij vindt het belangrijk dat het dialect blijft bestaan, omdat het de identiteit van Groningers omschrijft.