Diverse scholen zetten hun vraagtekens bij het besluit van staatssecretaris Sander Dekker van Onderwijs om de doorstroming van het VMBO naar de Havo te versoepelen. “We zijn hier niet blij mee.”
Het doen van een gestapelde opleiding is nu nog gebonden aan diverse regels die volgens de staatssecretaris per school te veel verschillen en daarnaast een te grote drempel zijn om er gebruik van te maken. Op het CSG Wessel Gansfort in de stad zijn ze het daar niet helemaal mee eens. “Bij ons kunnen VMBO GL en TL-leerlingen doorstromen naar de Havo”, vertelt teamleider Audrie Nieborg van de school. “Daarvoor moeten ze op hun eindexamenlijst wel een gemiddelde van een 6,8 hebben, en daarnaast minimaal een 6,5 hebben op de kernvakken Nederlands, Engels en Wiskunde.”
Die regelgeving is ook nodig om ervoor te zorgen dat VMBO-leerlingen niet stranden op de Havo. “Op de Havo moet je de zaken op een hele andere manier aanpakken, je moet dingen goed kunnen plannen, maar je moet ook zelfstandig kunnen werken.” Staatssecretaris Dekker wil in plaats van de huidige regelgeving dat eindexamenkandidaten VMBO die naar de Havo willen niet in zes maar in zeven vakken examen doen. Dit zou volgens hem voldoende zijn om een goede aansluiting te creëren. “Wij denken daar toch anders over.”
Ook de leerlingen op het Wessel Gansfort zetten hun vraagtekens. “Ik ben afgelopen zomer overgestapt van het VMBO naar de Havo”, zegt Angela Dijkhuizen. “Ondanks dat ik een gemiddelde van een 6,8 had vind ik het op de Havo best wel lastig, en dat terwijl we al een half jaar bezig zijn.” Anne Nieborg is het met haar eens. “Ik dacht ik doe die Havo wel even, maar dat valt behoorlijk tegen. Er wordt veel meer van je verwacht, en zeker in de eerste weken van het schooljaar schrok ik behoorlijk.”
Om er voor te zorgen dat straks niet tientallen VMBO-leerlingen stranden op de Havo, vinden het CSG Wessel Gansfort, maar ook andere scholen, dat het plan van staatssecretaris Dekker niet uitgevoerd moet worden. “We willen wel kijken naar de huidige regelgeving of we die ook kunnen verbeteren, maar in dit plan zien wij niets.”