Foto: Sebastiaan Scheffer
De Stichting Museum Canadian Allied Forces moet per 1 oktober volgend jaar de loods aan de Ulgersmaweg verlaten. Dat heeft de gemeente woensdag bekendgemaakt.
Het museum laat voertuigen en voorwerpen zien uit de Tweede Wereldoorlog. Het gaat om een particulier initiatief dat beperkt geopend is en geen toegang vraagt. Het museum betaalt geen huur en krijgt nauwelijks subsidie. De beheerder handelt ook in legervoorwerpen en -voertuigen.
Het museum mag alleen blijven als het een maandhuur van 5.000 euro betaalt. Voor de eigenaar is dat geen optie, dus dreigt sluiting. De gemeente gaat ervan uit dat de loods binnen enkele maanden te verhuren is voor 60 tot 80 duizend euro per jaar.
Een bij de politie bekende overlastpleger wilde zondagmiddag koste wat kost zijn aanhouding voorkomen in…
Op de kruising tussen de Eikenlaan en de Elzenlaan in Groningen is maandagmiddag een klein…
De waterschapslasten voor inwoners in het gebied van Waterschap Noorderzijlvest stijgen volgend jaar met gemiddeld…
Het Openbaar Ministerie heeft een celstraf van anderhalf jaar (waarvan een half jaar voorwaardelijk) geëist…
Op de Friesestraatweg, vlak bij de afrit naar de wijk Reitdiep, zijn maandagmiddag zeker vijf…
Een beginnend bestuurder uit Groningen met een flinke slok op moest zondagnacht zijn rijbewijs inleveren.…
Bekijk reacties
Sneu voor het museum.
Mooie invulling voor HET MONSTRUM.
Echter jammer voor de dak-en thuislozen, die er gehuisvest zouden worden en nu (weer) een ander onderkomen moeten zoeken.
Is het nou een museum of een showroom?
Vragen
1. Welke huur moet de Voedselbank Groningen aan de Ulgersmaweg 57 vanaf medio 2018 per maand betalen?
2. Wie betaalt deze huur?
3. Aan welke rechtspersoon wordt deze huur betaald?
Zie in dit verband dit bericht van 8 maart 2017 in de GG:
http://www.gezinsbode.nl/nieuws/69368/groen-licht-voor-verhuizing-voedselbank-stad-groningen/
Citaat:
“De gemeente zorgt voor het inlopen van het achterstallig onderhoud aan de Ulgersmaweg en neemt een groot deel van de jaarlijkse exploitatiekosten voor haar rekening. Er wordt een huurovereenkomst gesloten voor de duur van 10 jaar.
(…)
De gemeente bood de helpende hand door het gebouw per januari 2017 vrij van huur te maken. En nu namen B en W het besluit dat de verhuizing gerealiseerd kan worden.”
Einde citaat.
Nog een vraag: waarom bemoeit de wethouder van Cultuur, de heer Paul de Rook, zich niet met dit Bevrijdingsmuseum?
Is het gemeentebestuur niet anti-historisch bezig door dit uniek museum uit de stad te verbannen?
Het gaat niet alleen om maatschappelijk vastgoed of geld!
Waarom wordt een persoonlijk - en cultureel-maatschappelijk initiatief in de kiem gesmoord?
Waarom kan de tienjarentermijn niet verlengd worden, mede gegeven de educatieve functie van dit Bevrijdingsmuseum?
Moet de Voedselbank Groningen ook na tien jaar (gratis) huur aan de Ulgersmaweg verdwijnen? Zo ja, waarom worden dan al die onderhoudskosten door de gemeente Groningen betaald?
De jarenlange onderhoudskosten van het Bevrijdingsmuseum zijn niet door de gemeente Groningen betaald. De mooie entree is uit eigen middelen gefinancierd, inclusief de schildering van de loods. Waarvan akte.
De heer Huizenga weet met zijn onnavolgbare logica altijd weer zaken te koppelen die niets met elkaar te maken hebben. Zonder enige gêne wordt door hem aan een particulier museum dat slechts 24 middagen per jaar is geopend, dezelfde maatschappelijke waarde toegekend als een voedselbank. Je moet maar durven.
Waarom overigens moet de wethouder van Cultuur zich hiermee bemoeien? Dat stichting Canadian Allied Forces zich een museum noemt, betekent feitelijk niets. De titel "museum" is niet beschermd. De heer Huizenga zelf kan bijvoorbeeld zijn verzameling ingezonden brieven, mails en reacties aan de wanden van zijn tuinschuurtje hangen en dat vervolgens "Museum van Huizenga's Maatschappelijke Betrokkenheid" noemen. Daarmee overtreedt hij geen enkele regel of wet. Maar het staat zeker niet garant voor welke educatieve of maatschappelijke waarde dan ook.
Verder is het directeur-bestuurder Heiko Ates die meermaals heeft gedreigd dat hij met zijn collectie de stad verlaat als hij zijn zin niet krijgt. Hij had toch echt tien jaar lang de tijd om er een serieus museum van te maken. Maar het handelen en uitbreiden van de collectie stonden tien jaar lang hoger op het prioriteitenlijstje. Dus wie is hier nu werkelijk anti-historisch bezig geweest? Wie heeft hier zijn verantwoordelijkheid niet genomen? Het was toch zo enorm belangrijk dat wij onze bevrijders blijven herdenken?
Ten slotte is de beschuldiging van "in de kiem smoren" ronduit bespottelijk. Als je museum na tien jaar nog altijd niets meer is dan een kiem, dan heeft het gewoon geen bestaansrecht.