Een onderzoek van de Rijksuniversiteit Groningen heeft aangetoond dat beleggers niet letten op het geslacht van topbestuurders, maar op hun functioneren.
Slechts 6 procent van de bestuurders van Nederlandse beursgenoteerde ondernemingen is vrouw. Het kabinet en meerdere sociale instanties ervaren dit als problematisch. Het kabinet heeft voor de verkiezingen aangegeven dat dit percentage zou moeten stijgen naar 30 procent. Maar het onderzoek concludeert dus dat het beleggers niet uitmaakt of er een vrouw in een topfunctie wordt aangesteld. Zij blijken de kwaliteiten van de bestuurder te beoordelen, niet het geslacht.
Deze conclusies zijn getrokken uit het onderzoek van Eline Brinkhuis en Bert Scholtens van de Faculteit Economie en Bedrijfskunde. Zij onderzochten op systematische wijze hoe beleggers reageren op het benoemen van vrouwelijke topbestuurders, er zijn geen significante verschillen aangetoond.
Dit onderzoek gaat in tegen uitkomsten van eerdere wetenschappelijk onderzoek. Tevens zijn beleggers zeer huiverig voor quota om meer vrouwelijke bestuurders te realiseren, omdat beleggers denken dat op die manier de vrijheid om de beste bestuurders te werven wordt beperkt.