De spanning was om te snijden donderdagmiddag. De tien kilometer op de Olympische Winterspelen in Zuid-Korea. “Ik hoop zo dat het hem lukt.”
Veel mensen zullen tussen 12.00 en 14.00 uur aan de buis gekluisterd hebben gezeten. Op het Kamerlingh Onnes aan de Eikenlaan gebeurde dit in ieder geval. Op de school waren twee ruimten ingericht waar leerlingen en docenten de verrichtingen van de schaatsers konden volgen. “Ik denk dat het Sven gaat lukken”, zegt een meisje. “Dat zou ook mooi voor hem zijn. Vier jaar geleden mislukte het toen Jorrit Bergsma hem aftroefde, en acht jaar geleden had hij goud gepakt als hij door zijn trainer niet de verkeerde baan in was gestuurd.”
“Wij vinden het belangrijk om de leerlingen hier bij te betrekken”, vertelt docent Eric van Dok. “We doen het erg goed op de olympische spelen, en aangezien schaatsen zo’n belangrijk onderdeel is van de Nederlandse cultuur, willen we graag de mogelijkheid bieden om de wedstrijden te laten zien.”
Naarmate de wedstrijd vordert neemt de spanning en ook de belangstelling toe. “Jorrit Bergsma heeft zojuist een geweldige tijd neergezet, maar ik denk dat de Canadees Ted Jan Bloemen die gaat verbeteren”, vertelt een leerling. “Ja, kijk maar. Hij zit er twee seconden onder. Jammer! Maar gelukkig hebben we Sven nog.”
Een luid gejuich is te horen als Sven begint aan zijn rit. Maar het geluid verstomt al snel als blijkt dat het helemaal niet goed gaat. “Ik weet niet wat er met Sven aan de hand is”, zegt een jongen die ingespannen naar het scherm kijkt. “Ontzettend balen. Wéér lukt het hem niet om de tien kilometer op zijn naam te zetten”, zegt hij terwijl hij naar een feestvierende Bloemen kijkt die met de Canadese vlag in de hand een ereronde maakt.