Blauwalg opnieuw groot probleem: 6 vragen aan waterexpert

Blauwalg in zwemwater blijft een groot probleem. Er is nog veel onwetendheid over de kleine bacterie. Daarom beantwoordt John Laninga van Waterschap Noorderzijlvest 6 vragen over blauwalg. 

1. Wat is blauwalg?
“Het is eigenlijk een bacterie, maar hij wordt alg genoemd. Die heb je in de kleuren groen en rood-bruin. Een blauwalg is te herkennen aan groenige bolletjes in het water, die zie je als ze zich ontwikkelen. Later zie je witte slierten in het water en soms ook blauwe aanslag aan het strand. Je hebt heel veel soorten en helaas zijn een paar soorten blauwalgen giftig. Daar hebben we in Nederland helaas mee te maken.”

In een zwart-wit foto is de blauwalg goed te zien aan de (in deze foto horizontale) witte strepen in het water. Foto door: Elin Stil

 

2. Giftig? Is zo’n blauwalg dan gevaarlijk?
“Ja. Er wordt niet voor niets gewaarschuwd. Blauwalgen leveren een gezondheidsrisico op. Je kunt er toch wel behoorlijk ziek van worden, je krijgt dan koorts of hoofdpijn, noem het maar griepverschijnselen. Als je het in grote mate binnenkrijgt, kan het allemaal wat erger worden. Dus ik adviseer: als er gewaarschuwd wordt, ga liever naar een andere zwemplas waar geen gezondheidsrisico’s zijn.

De Dierenbescherming waarschuwde woensdagochtend de hondenbaasjes voor blauwalg in stilstaand water. De hond kan er ernstige schade aan lever en zenuwstelsel van krijgen als hij veel water binnenkrijgt. Er is zelfs al een hond overleden, omdat hij tijdens het zwemmen water met blauwalgen erin dronk. “Dat was in Midden-Nederland, bij Almere in de buurt. Ook honden kunnen ziek worden van blauwalgen. Als je je hond met lekker weer meeneemt naar een strand, dan hebben ze nog wel eens de neiging om te gaan drinken uit het water. Gelukkig hebben we die algensoort uit Almere bij ons in het gebied nog nooit geconstateerd.”

Laat je hond lekker op de kade in plaats van in het water. Dat scheelt een hoop ellende. Foto door: Elin Stil

 

3. Hoe weten jullie dat er te veel blauwalg in het water zit?
“Er zijn landelijke richtlijnen om te meten of de blauwalg gevaarlijk is. Wij nemen hier één keer in de twee weken monsters, nu het mis is komen we elke week controleren, en dan kijken we naar 6 soorten blauwalgen. Afhankelijk van de hoeveelheden die we aantreffen wordt er een norm wel of niet overschreden.

4. Is er niets aan te doen?
“Problemen zoals bij de Kardingerplas zijn er toch al een hele tijd. We hebben een jaar of 6 geleden het hele watersysteem hier bekeken met de vraag: ‘wat kunnen we nog aan maatregelen verbeteren, zodat die blauwalg niet meer terugkomt?’ Dat hebben we uitgezocht. Waar komt nou het voedsel van die alg vandaan? Daar moet je wat mee doen. In dit geval, bij de Kardingerplas, is dat het inlaten van water. Het water wat je inlaat als het peil in de plas te laag wordt, bevat nog meer voedingsstoffen dan het water dat al in de plas zit. Daarom hebben we hier een rietveld, als zuivering. Daarnaast hebben we aan de uit-kant ook een maatregel getroffen: we hebben het peil verhoogd in de plas. Door het peil op te zetten heb je meer water in de plas, hoef je minder water in te laten en zou de kans op blauwalgvorming kleiner moeten worden. Helaas is dat nog niet helemaal het geval.”

Het negatieve zwemadvies bij Kardinge. Bron foto: Elin Stil

 

5. De maatregelen werkten dus niet. En nu?
“Nu is het de natuur zijn gang laten gaan en met natuur bedoel ik dan de ontwikkeling van andere soorten waterplanten dan de planten die nu op de bodem staan. Dan zou het goed moeten komen. Maar dat kunnen we niet voorspellen. Het weer is een belangrijke factor, blauwalgen houden van warm weer. Nu kan ik zeggen: ‘het moet kouder worden en heel veel gaan regenen’, maar dat is eigenlijk op dit moment het enige wat het probleem kan oplossen. Tenminste, als je geen andere middelen wil inzetten. Andere waterschappen passen nog wel eens wat chemische stoffen toe. (waterstofperoxide, een stof dat onder andere als haarbleekmiddel gebruikt wordt, red.) Dat helpt, maar daarbij is het ook nog maar de vraag hoe lang het helpt en bovendien: de afgelopen twee jaar blijkt eigenlijk dat de inzet van dat soort middelen grotere nadelige effecten hebben dan verwacht. Sterker nog: op sommige plekken loopt de visstand terug, omdat er meer beestjes doodgaan dan verwacht. Wij zijn een duurzaam waterschap en wij houden niet van dat soort oplossingen.”

6. Wat als ik nu wel lekker wil gaan zwemmen in een plas?
“Zo lang er gewaarschuwd wordt, maar hier (aan de Kardingerplas, red.) geldt inmiddels al een negatief zwemadvies, ben je in principe nog vrij om op eigen risico in die plas te gaan, maar ik zou het toch heel erg ontraden. Wij komen bij 4 zwemplassen. De Kardingerplas, daar is het op dit moment dus fout, bij het Paterswoldsemeer is hetzelfde aan de hand, maar gelukkig hebben we ook de Hoornseplas, dat is kraakhelder water op dit moment en we hebben ook nog een plas bij Hoogkerk: Ruskeveen. Daar is op dit moment ook nog niets aan de hand. Dus daar zijn nog mogelijkheden om veilig te gaan zwemmen.”