Bij de beëindiging van de treinkaping bij De Punt in 1977 is door de Nederlandse regering bewust gekozen voor excessief geweld met de intentie om alle kapers te doden. Dat zegt oud-marinier Ingo Piepers na eigen onderzoek, waar De Volkskrant woensdag over bericht.
Piepers is sinds begin dit jaar één van de drie nieuwe getuigen in de zaak. Daarmee kreeg hij inzage in het oorspronkelijke aanvalsplan. Hij heeft dit vergeleken met het uiteindelijke plan en concludeert dat er zo fors is opgeschaald dat dit niet kan deugen. De oud-marinier gaat zelfs zo ver dat hij de handelswijze van de regering terreur noemt.
Twijfels over handelingswijze
Op 23 mei 1977 kaapten negen Molukkers een trein die bij De Punt tot stilstand kwam. In de trein zaten 94 passagiers waarvan er in de eerste uren direct veertig werden vrijgelaten. De 54 andere reizigers werden negentien dagen gegijzeld. Bij de bevrijdingsactie kwamen twee gegijzelden en zes kapers om het leven. Vanaf het begin is er discussie of er bij de actie juist gehandeld is.
Onwettige executie
Het onderzoek van Piepers is niet voor niets woensdag naar buiten gebracht. De rechtbank in Den Haag doet vandaag namelijk uitspraak in de civiele treinkapingszaak. Daarin staat centraal of twee kapers, gewond en ongewapend, onwettig zijn geëxecuteerd in plaats van aangehouden. Als de rechter de nabestaanden in het gelijk stelt hebben zij recht op een schadevergoeding. Het is ook mogelijk dat de rechtbank besluit dat er meer tijd nodig is en dat er nieuwe getuigen gehoord moeten worden.