De NS moet niet opnieuw de fout gaan maken om mee te gaan dingen naar vier stoptreintrajecten die de komende tijd openbaar worden aanbesteed waaronder Groningen-Zwolle. Dat zegt directeur R&O Emile Broersma van vervoersbedrijf Keolis in een interview met OVPro.
In het Regeerakkoord 2017-2021 heeft het kabinet de wens uitgesproken dat vier spoorlijnen die op dit moment nog onderhands gegund worden aan de NS openbaar gaan worden aanbesteed. Het gaat behalve om Groningen-Zwolle, om de lijnen Leeuwarden-Zwolle, Apeldoorn-Enschede en Dordrecht-Breda inclusief de Merwede-Lingelijn. De NS heeft aangegeven mee te willen dingen naar deze spoorlijnen maar Broersma vindt dit een slecht idee. “Er is nog steeds geen sprake van een gelijk speelveld in het Nederlandse treinvervoer. We zagen en zien in de praktijk nog steeds voorbeelden waar bepaalde krachten binnen de NS Groep misbruik maken van hun positie als monopolist. Totdat dit fenomeen geheel uit de wereld is, zou NS zeker niet moeten meedingen aan regionale spoorconcessies.”
Regionale vervoerders scoren goed
Marktwerking in het treinvervoer heeft zo’n twintig jaar geleden haar intrede gedaan. Sindsdien verzorgen bedrijven als Arriva, Hermes en Connexxion het vervoer op regionale spoorlijnen. “Als je kijkt naar deze lijnen dan zie je dat al die lijnen er beter van zijn geworden. Er is een hogere reizigerstevredenheid, de punctualiteit is verbeterd en de lijnen zijn dikker geworden. Daarnaast wordt de exploitatie tegen lagere kosten uitgevoerd, waardoor de opdrachtgever meer product kan aanbieden voor minder geld. Dit is kennelijk iets wat de NS niet gelukt is. Waarom zou de NS gaan meebieden op lijnen waar regionale vervoerders het beter doen?”
Quickscan
Of de spoorlijn Groningen-Zwolle openbaar wordt aanbesteed zal komende herfst blijken. Staatssecretaris Stientje van Veldhoven (D66) van Infrastructuur heeft in mei bekendgemaakt een quickscan uit te gaan voeren naar de vier spoorlijnen of deze geschikt zijn voor decentralisatie. Belangrijk hierin is dat uit de scan moet blijken dat het leidt tot verbeteringen en regionale overheden er ook de meerwaarde van in zien.