Als er niet snel iets gebeurt dan zou het wel eens een onrustig schooljaar kunnen worden. Dat is de verwachting van de Algemene Onderwijsbond.
In het zuiden zijn de scholen maandag weer begonnen, de scholieren in het Noorden mogen nog twee weekjes genieten van hun vakantie. “In de stad zijn er geen grote problemen”, vertelt Hayo Bohlken van de AOb. “Je kunt je alleen wel afvragen of de situatie optimaal is. Steeds vaker worden derde- en vierdejaars studenten voor de klas gezet om gaten op te vullen en dat zijn niet die bevlogen en ervaren leraren die je je wenst. Sterker nog, wij vinden de situatie onwenselijk.”
Rinie Boekholt is leraar op een school in de stad. Hij is het met Bohlken eens. “Op mijn school zijn komend schooljaar alle stoelen bezet. Maar dat verandert als een collega ziek wordt, of de komende weken een gebroken been oploopt.”
De acties in het onderwijs voor een betere salariëring, lagere werkdruk en meer leraren voor de klas begonnen ruim een jaar geleden. “Er is gelukkig heel veel gebeurd in de tussentijd”, vertelt Bohlken. “Er is geld toegezegd en er wordt nagedacht over oplossingen. Maar we zijn er nog lang niet. Vooral wat betreft het aantal leraren voor de klas maak ik me ernstig zorgen.”
Ondertussen blijft volgens beide heren de actiebereidheid groot en zou het, als er niets verandert, wel eens een onrustig schooljaar kunnen worden.