Merit Hondelink onderzoekt bij de Rijksuniversiteit naar wat mensen honderden jaren geleden aten. Dat doet ze door oude kookboeken door de spitten, maar vooral ook te kijken naar eeuwenoude poep.
‘Door naar poep te kijken zie je wat de mensen écht gegeten hebben. Wat er in de kookboeken staat was misschien voor de mensen niet voorhanden of misschien volgden de mensen de recepten niet precies’, vertelt de PhD studente Merit.
De poep is afkomstig van een beerput uit Delft. Het materiaal is goed geconserveerd gebleven vanwege de hoge waterstand in het gebied. De laag van water zorgt er voor dat er geen zuurstof bij het beerputmateriaal kon komen, waardoor er heel weinig van is afgebroken.
Dat is geweldig voor Merit, die gepassioneerd is over voeding, graag kookt en deelneemt aan een podcast over koken. Ze vindt allerlei gave etensresten in de oude poep, zoals linzen en pitten van vijgen en druiven.
‘Het is belangrijk om te weten wat er vroeger gegeten werd omdat we dan inzicht krijgen in wat er allemaal verbouwd werd hier. Omdat de import en export nog niet zo groot was in die tijden, werd er veel lokaal verbouwd voedsel gegeten. Dat is iets wat we in deze tijd misschien ook wel meer kunnen doen’, legt Merit uit.