In 2018 zijn in het UMCG 73 levertransplantaties uitgevoerd. Het jaar ervoor waren dat er slechts 56. De toename van 20 procent is nagenoeg geheel toe te schrijven aan het gebruik van nieuwe technieken die donorlevers van matige kwaliteit ‘opknappen’ voor transplantatie.
Bij de in het UMCG ontwikkelde techniek worden de donorlevers eerst met speciale, koude en zuurstofrijke vloeistof gespoeld en daarna geleidelijk opgewarmd naar 37 graden, waardoor de lever weer gaan functioneren. Zo kan getest worden of de zuurgraad van de donorlever weer normaliseert en er weer gal aangemaakt wordt. Nadat de donorlever zo een aantal uren buiten het lichaam is getest, kan deze alsnog getransplanteerd worden in de patiënt.
Om een donorlever op de perfusie-machine op te warmen en te kunnen testen is in het UMCG een speciale vloeistof met een synthetische zuurstoftransporter ontwikkeld. Hierdoor hoeft er geen donorbloed gebruikt te worden voor het doorspoelen van het donororgaan, maar wordt gebruik gemaakt van een speciaal eiwit (Hemopure) dat zuurstof kan vervoeren bij zowel lage temperaturen als bij lichaamstemperatuur.