FC Groningen doelman Sergio Padt is vrijdagmiddag door de politierechter in Groningen veroordeeld tot een taakstraf van 50 uur voor het mishandelen, bedreigen en beledigen van een treinconducteur en een beveiliger. Ook moet hij een geldbedrag van 700 euro voor materiële en immateriële schade betalen.
De politierechter acht bewezen dat Padt op 23 september een conducteur heeft geslagen en een beveiliger heeft bespuugd en bedreigd. Padt gaf, na een nacht in een politiecel te hebben doorgebracht, toe onder invloed te zijn geweest van alcohol. De officier van justitie had een onvoorwaardelijke werkstraf van 70 uur geëist.
Het OM vindt dat mishandeling bewezen is, ook al was het maar één klap met de vlakke hand. Spugen wordt door Padt zelf toegegeven, waardoor ook belediging door de officier als bewezen werd geacht. Daarnaast vond het OM dat het bedreigen als bewezen moet worden gezien. Het Openbaar Ministerie vindt de media-aandacht naar aanleiding van het voorval geen reden om strafvermindering te eisen. Het feit dat Padt als profvoetballer een ‘voorbeeldfunctie’ heeft maakt het vergrijp juist erger, zo stelt de officier.
De advocate van Padt wilde vrijspraak voor mishandeling en bedreiging. Ze pleitte dat Padt door de conducteur in een hoek was gedreven en proportioneel handelde uit noodweer. De bedreiging “Ik maak je kapot” wordt in het pleidooi niet concreet genoeg genoemd en beschreven als een “losse flodder, geroepen uit emotie”.
‘Ik maak je kapot’ of ‘ik maak je dood’
De doelman zelf verklaarde voor de rechter al snel dat hij wel gespuugd heeft en een beveiliger had beledigd. Padt gaf toe “ik maak je kapot” te hebben gezegd, maar zei door alle hectiek te zijn vergeten of hij ook “ik maak je dood”heeft gezegd. Over de vermeende mishandeling meldde zijn advocate dat niet Padt, maar het slachtoffer begon met een fysiek handgemeen. Padt zou zich uit noodweer willen verdedigen waarbij hij zich weg wilde duwen, wat uitmondde in een klap.
Getuige: Conducteur was weinig begripvol
Op het laatste moment heeft de advocaat van Padt nog een getuige opgeroepen. De getuige verklaarde dat de paal om een OV-kaart te scannen buiten werking was en dat ook hij daar problemen mee ondervond. Daarnaast vertelde hij dat het niet alleen Padt was die zich onbehoorlijk gedroeg. Hij noemde het gedrag van de conducteurs “weinig begripvol”, en het had volgens hem prima op een normale manier opgelost kunnen worden door de conducteurs.