Het gaat goed met de vleermuizenpopulatie in de verblijven in de stad. Dat stelt de Vleermuizenwerkgroep Groningen.
Vrijwilligers zijn de afgelopen weken langs verschillende locaties geweest om de aantallen te tellen en te inventariseren. “Met locaties als de Aa-toren en de Rabenhauptbunker gaat het erg goed”, zegt Karen Mulders van de Vleermuizenwerkgroep. “Maar we kunnen daarmee niet direct stellen dat het in het algemeen ook goed gaat. We hebben namelijk niet overal kunnen tellen omdat sommige locaties bijvoorbeeld voor ons niet toegankelijk zijn.” Daarmee moet dan gedacht worden aan spouwmuren of holle bomen waar ook vleermuizen verblijven.
Opvallend is dat het met de Rabenhauptbunker erg goed gaat. “Deze locatie is sinds de zomer van 2014 een verblijf en in vijf jaar tijd heeft dit object zich ontwikkeld als een waar paradijs. Daar zijn we toch wel trots op.” In de bunker werden flink wat Franjestaarten maar ook Baardvleermuizen geteld. Laatstgenoemde staat niet op de rode lijst maar is wel erg zeldzaam.
De resultaten betekenen niet dat het werk van de groep klaar is. “We hebben nu een redelijk beeld van de vleermuizenpopulatie, maar eigenlijk zouden we nog meer willen analyseren ook op die plekken waar we nu niet kunnen komen.”