De onroerende zaakbelasting in de nieuwe gemeente Groningen gaat het komende jaar met tien procent omhoog. Dat staat in een voorstel van burgemeester en wethouders dat vrijdagmiddag naar buiten werd gebracht. Daar komt nog een inflatiecorrectie van 2,5 procent overheen.
De stijging is een gevolg van de snel stijgende WOZ-waarde van woningen in de gemeente. Deze steeg de afgelopen twee jaar ook met ruim tien procent. Volgens het college van B&W is deze verhoging nodig om, in combinatie met verschillende besparingen, de financiële puzzel van noodzakelijke investeringen en tekortschietende Rijksbudgetten op te kunnen brengen. In totaal krijgt de gemeente zo’n drie miljoen euro aan extra inkomsten binnen door deze stijging.
De partij Stad en Ommeland laat in een reactie op het voorstel weten dat ”met gemiddeld tien procent te verhogen niet valt uit te leggen. Wonen en leven in Groningen wordt niet duurzaam met het nieuwe groene college, maar vooral duur!”, aldus Amrut Sijbolts, fractievoorzitter van Stad en Ommeland. ‘‘Het moge duidelijk zijn dat wij dit
voorstel niet gaan steunen.’’
Het nieuwe tarief voor woningeigenaren, 0,17 % van de woningwaarde, gaat met terugwerkende kracht in vanaf 1 januari van dit jaar. Voor eigenaren van niet-woningen is het tarief 0,4988% en 0,4017% voor gebruikers van niet-woningen. Haren heeft dit jaar een meevaller qua OZB-tarieven. Zij betalen dit jaar bijna veertig procent minder. Het tarief voor Ten Boer blijft nagenoeg gelijk.