Het gaat goed met het aantal blauwborsten in De Onlanden. Het aantal neemt de afgelopen jaren gestaag toe.
Het blauwborstje is het broertje van de roodborst: het heeft een helderblauwe keel en borst met een zwarte en roodbruine band. “Je kunt zeggen dat het voorjaar nu echt begonnen is”, zegt Rene Oosterhuis van het Groninger Landschap die het natuurbeheer in de Lettelberter Petten verzorgt. “In de winter verblijft het vogeltje in gebieden langs de Middellandse Zee, maar sinds een weekje of twee is hij weer in het gebied. En dat is qua geluid niet te missen.”
Dat het zo goed gaat is geen vanzelfsprekendheid. Tussen 1900 en 1970 is het aantal broekbossen en veenmoerassen in ons land drastisch afgenomen, terwijl deze gebieden juist ideaal zijn voor de blauwborst. “Sinds 1970 zie je een kentering. Hier in het Noorden hebben we De Onlanden aangelegd en dat is qua vegetatie ideaal voor de blauwborst.” Oosterhuis ziet het als een kroon op het werk. “We proberen een zo’n ideaal mogelijk rietveld- en moerasgebied aan te leggen. De blauwborst hoort daarbij. Dat juist deze vogel zich nu veelvuldig laat zien, maakt mij erg blij.”