Ana Buren ontdekt veel bijzonderheden in de relatie tussen twee tropische vogels in het Noorderplantsoen. Ze ziet iets dat ze nog nooit bij vogels van verschillende soorten heeft gezien.
Een senegalpapegaai en een grote alexanderparkiet. Twee mannetjes uit verschillende werelddelen. De één woont er al twintig jaar, de andere nog geen jaar. Dit voorjaar gaat het er wild aan toe: ‘Beide schuiven hun lijf voortdurend onder de bek van de ander als uitnodiging om hun veren te poetsen. Alexander probeert Randy te bestijgen waarbij hij hem met zijn grote lijf bijna plet; het is allemaal net niet wat ze bedoelen.’
‘Dan zie ik iets wat ik nog nooit bij vogels van verschillende soorten heb gezien: Randy is aan het kokhalzen zodat hij zijn eten opgeeft om dat vervolgens te voeren aan Alexander.’
‘Eind mei krijgt hun relatie een nieuwe dimensie. Ze zijn niet meer zo luidruchtig en klef. De hormonen bedaard, het krols gekrijs verstomd. Het broedseizoen is voorbij en ze gaan nog steeds kameraadschappelijk met elkaar om. Het is niet alleen lust wat hen drijft. Randy geeft echter de hoop niet op. Hij blijft Alexander voeren en die aanvaardt dat in dank.’
‘De een afkomstig uit Afrika, de ander uit Azië, samen op een takje, een innige verbintenis van twee continenten. Dat geeft hoop voor de wereldvrede.’ Het volledige verhaal van Ana Buren met meerdere foto’s staat in de deze week verschijnende zomereditie van het IVN-blad Groeningen, dat ook online te lezen is.