Het aantal daklozen in de gemeente Groningen is de laatste jaren stabiel. Dit in tegenstelling tot de landelijke trend: daar is het aantal mensen zonder vaste verblijfsplaats in de laatste tien jaar meer dan verdubbeld.
Volgens Marita Schreur, directrice van opvangstichting Het Kopland, ligt het aantal daklozen in de gemeente al een aantal jaar rond de 200. Ze noemt een vernieuwde werkwijze als een mogelijke verklaring dat het aantal daklozen in de stad niet is toegenomen. “We hebben veel meer gekeken naar hoe we konden voorkomen dat mensen in een opvang terechtkwamen. We hebben interventiemedewerkers die gelijk in gesprek gaan om te kijken of iemand écht opgevangen moet worden, of dat er ook andere oplossingen zijn.”
Het aantal daklozen in heel Nederland is sinds 2009 sterk toegenomen. Volgens cijfers van het CBS waren er in 2009 nog 17.800 mensen tussen de 18 en 65 jaar zonder vaste verblijfplaats. In 2018 waren dit er 39.300.
De laatste toename van het aantal mensen zonder huis in Groningen was in 2015, toen de Wmo ingevoerd werd. Vanaf dat jaar zijn gemeenten verantwoordelijk om daklozen te helpen. “Dat betekent dat de GGZ ook moest bezuinigen,” zegt Schreur. “Toen zag je dat mensen daar ook buiten de zorg vielen. En toen was een beetje de laatste fase van de economische crisis, daar hebben we ook last van gehad.”
Opvallend is ook de landelijke stijging van het aantal jongere daklozen. Dit is in dezelfde periode meer dan verdubbeld naar 12.600. Ook dat aantal is in Groningen stabiel. Groningen is een van de 13 gemeenten die meedoen aan het actieprogramma ‘Dak- en Thuisloze jongeren’ van staatssecretaris Blokhuis van VWS. Daarin gaan organisaties beter samenwerken en is het de bedoeling dat een jongere maar met één hulpverlener te maken krijgt. Het doel van het programma is dat binnen twee jaar geen jongeren meer op straat hoeven te slapen.