De gemeente Groningen wil, in een ultieme poging om de verkoop van het Pepergasthuis te voorkomen, een gemeentelijke voogd aan gaan wijzen voor het gebouw.
Het document dat de gemeente wil gebruiken om deze voogdij weer in te stellen, komt uit 1870. Het pand was al vanaf zijn oprichting in 1750 onder voogdij van de gemeente, maar de voogdij werd in 1870 langzaam afgebouwd. Alleen de jaarrekeningen werden vanaf toen nog jaarlijks getekend, maar officieel was er nog een voogd voor het gebouw.
De voogdij eindigde volgens Lefier in 1990. Volgens de gemeente is deze voogdij nog steeds van kracht, want in 1991 was meester Overdiep nog steeds ‘oppervoogd’ van het Pepergasthuis. Lefier was tot nu toe de aangewezen voogd, maar de gemeente zet de woningcorporatie nu uit deze functie. De gemeente draagt nu mr. H Brouwer voor als tijdelijk voogd.
Gemeente: ‘Alles op alles om transactie te voorkomen’
De gemeente wil zelf geen eigenaar worden van het pand, maar wil met een dergelijke voogd ‘de historische betekenis’ van het Pepergasthuis behouden. Deze voogd zal dus ook moeten oordelen over de koopovereenkomst die Lefier af wil sluiten. “Wij vinden dat we alles op alles moeten zetten om deze transactie te voorkomen. We hebben dit vaker gedaan als gemeentebestuur, wanneer gasthuizen die een belangrijke functie hebben, teloor dreigen te gaan”, aldus wethouder Roeland van der Schaaf.
Lefier is ‘not amused’
Lefier kwam vrijdagochtend nog met gestrekt been in tegen de gemeente. De gemeente gaat volgens Lefier voorbij aan haar eigen besluitvorming: “De gemeenteraad van Groningen heeft namelijk in 1990 het instituut van oppervoogdij beëindigd. De gemeente beroept zich hiermee op een instrument dat zij zelf 29 jaar geleden heeft afgeschaft. De gemeente gaat haar boekje ver te buiten en zet onze relatie zeer onder druk. Ontluisterend, onnodig en onterecht”, aldus Margriet Drijver, interim-bestuurder van Lefier.