“Een hogesnelheidslijn van Lelystad naar Groningen is geen wild plan, maar gewoon een rendabel project.”
Dat schrijven hoogleraar ruimtelijke economie Paul Elhorst en zijn afgetreden voorganger Jan Oosterhaven donderdagmiddag in een opiniestuk in het Financieel Dagblad.
De twee academici reageren in het stuk op een ander opiniestuk in dezelfde krant, waarin hoogleraar Sweder van Wijnbergen van UVA schrijft dat een investeringsfonds waaruit een dergelijk project betaald kan worden, neerkomt op ‘Latijns-Amerikaans boekhouden’. Ook schrijft Van Wijnbergen dat hij ‘wel nuttiger groeibevorderende uitgaven bedenken.’ Hij schrijft verder dat uit een ‘vernietigende kosten-batenanalyse destijds van het CPB’ zou blijken dat het rendement van een dergelijke investering bijzonder laag zou zijn.
“Zelfs als er in de jaren 2000 een ‘vernietigende KBA van het CPB’ was geweest, dan nog is een HSL van Lelystad naar Groningen geen wild plan, maar gewoon een rendabel project”, zo schrijven de hoogleraren in hun stuk. “Wij waren in de jaren 2000 betrokken bij studies voor een snelle spoorverbinding tussen Schiphol en Groningen. In de jaren 2000 werden rendementen van minder dan 4% als te laag beschouwd. Maar tijden veranderen. (..) Een studie van Rijksuniversiteit Groningen was in staat de meeste kosten en baten daadwerkelijk uit te zoeken. “Maatschappelijk rendement: 4,6%. In datzelfde jaar bracht de RUG een KBA uit, zuiver en alleen gericht op een HSL van Lelystad naar Groningen (Lelylijn). Rendement: 0,8-4,0%.”