De verkoop van het Pepergasthuis lijkt te ontaarden in een geldkwestie. Maandag liet koper Jan Berry Drenth, tot ontsteltenis van Lefier, aan de gemeente weten te willen afzien van de aankoop van het Pepergasthuis. Dit vanwege de ontstane ophef over de verkoop van het 600 jaar oude gasthuis
Woordvoerder Elza Bultstra liet aan OOG weten dat Lefier vasthoudt aan het voorlopig koopcontract: ‘Dat staat nog steeds”. In het contract staat een boetebepaling wanneer de koper afziet van de koop. Lefier stelt dat zij het gasthuis niet lonend kan exploiteren en daarom moet verkopen. Lefier kreeg in 1991 het pand in handen voor iets meer dan een miljoen gulden. Geschat wordt dat Lefier sinds die tijd tussen de 2,5 en 3 miljoen euro aan huurinkomsten gehad heeft. Behalve aan de kerk heeft Lefier volgens de bewoners geen groot onderhoud gepleegd aan het hofje. Voor rijksmonumenten zijn er bovendien nog allerlei subsidies van Rijk, Provincie en Gemeente.
De kerk, de eetzaal, de keuken, de voogdenkamer, de beheerderswoning en de 29 hofjeswoningen en de uitgebreide inboedel met talloze kunstschatten worden naar verluidt verkocht voor 4 miljoen euro. Een hoorzitting over de kwestie zou vandaag (dinsdag) plaatsvinden, maar is uitgesteld tot 9 december. De gemeente is sterk gekant tegen de verkoop, en de uitverkoop van de kustschatten.
Het gasthuis is in 1405 door vader en zoon Solleder aan de stad geschonken: “Tot in den Eeuwigheid”. Die belofte werd bij de overdracht in 1991 nog herhaald door Volkshuisvesting, de voorganger van Lefier.