Hoeveel gedumpte schildpadden telt het Noorderplantsoen?

nieuws
Foto: https://twitter.com/FHdeBos

Ana Buren maakte zich zorgen toen vorig jaar de vijvers van het Noorderplantsoen werden gebaggerd. Daar waar moerasschildpadden zich ingraven om de winter te overleven. Ze besloot ze te gaan tellen.

In het IVN-blad Groeningen doet ze nu verslag van haar studie naar het wel en wee van de schildpadden in het Noorderplantsoen.

‘Ik ben zó benieuwd hoe dit af zal lopen dat ik een onderzoekje start. Eind maart 2019 kruipen de eerste overlevende schildpadden weer omhoog om op te warmen op de loopplankjes. Vanaf die tijd leg ik ze vast op de foto om de individuen te kunnen onderscheiden. De schildpadjes hebben allemaal een individueel herkenbare koptekening. Tot mijn verrassing lijken vele het baggeren te hebben overleefd. Sommige herken ik van eerdere jaren. Later ontdek ik de nieuwkomers die dit jaar weer door mensen zijn afgedankt’.

‘Van 29 maart tot 27 september 2019 hebben zich minimaal 25 moerasschildpadjes in de vijvers van het Noorderplantsoen bevonden: 3 roodwangen, 3 zaagruggen en 19 geelbuiken/geelwangen; in totaal 15 vrouwen en 10 mannen. In de lente lag er een nieuw jong zaagrugje, blind en met ontstoken ogen, kortstondig op een vijverrand. Een aantal andere schildpadden zag ik ook maar korte tijd boven water. Of die het evenmin gehaald hebben, daar kan ik pas dit jaar meer zekerheid over krijgen. Eind september zakte de temperatuur van het water onder de 16 °C en daarna liet geen enkele schildpad zich nog zien’.

 

Een stressvol bestaan in ‘de vrijheid’

‘In de vijvers voeden ze zich met planten, waterdiertjes, slakken, wormen,vissen en kikkergebroed. Volwassen schildpadden hebben geen natuurlijke vijanden, tenzij er eveneens een krokodil wordt uitgezet. Ze zijn koudbloedig, dus afhankelijk van de omgevingstemperatuur. In ons klimaat kunnen ze onvoldoende opwarmen om hun spijsvertering op gang te houden en de nodige vitaminen te produceren. Ze hebben weinig weerstand tegen de bacteriën en parasieten in het vijverwater. Kortom: een stressvol bestaan.
Als je ze zo pittoresk en gezellig ziet luieren op de loopplankjes kan je het idee krijgen dat je een goede daad verricht door ze “de vrijheid” te geven. In werkelijkheid leiden ze een kwijnend bestaan in een ongeschikte biotoop. Als ze bij aanvang in goede gezondheid verkeren kunnen ze zich soms wel een aantal jaren handhaven, maar de meeste sterven een vroegtijdige dood of worden ziek, mager en verzwakt’.

 

Het volledige verhaal van Ana plus een aantal foto’s zijn te vinden in de nieuwe Groeningen, pagina 8 t/m 10, ook online.