Volgens de Statenfractie van de Partij voor de Dieren heeft het weidevogelbeleid van de provincie mogelijk nadelige gevolgen voor kleine marterachtigen als hermelijnen, bunzings en wezels. De fractie heeft het provinciebestuur dinsdag gevraagd om deze diersoorten een beschermde status te geven.
Natte gebieden met veel sloten zijn vaak aangemerkt als weidevogelgebieden. Daar worden vaak maatregelen genomen om bosjes en struiken te verwijderen, waarmee ook de schuilplaatsen van marters worden vernield. Dit terwijl het juist met deze dieren, zo stelt de fractie, erg slecht gaat in Groningen.
“In Groningen mogen deze dieren nog steeds verstoord en verjaagd worden bij werkzaamheden op het platteland en in natuurgebieden, terwijl hun populaties zeer fragiel zijn,” aldus statenlid Ankie Voerman. “Iedere diersoort heeft zijn plaats in het natuurlijke voedselsysteem. De mens heeft dat systeem echter grondig uit balans gebracht. De ene diersoort doden om de andere meer kans te geven is een perverse aanpak.”