De Statenfractie van de Partij voor het Noorden heeft het college schriftelijke vragen gesteld over prioritering van het spoor richting Duitsland.
Volgens de fractie blijkt uit berichten in de Duitse media dat er, zowel in de deelstaat Niedersachsen als bij de Bondsregering, weinig prioriteit ligt bij investeringen in de spoorlijn tussen Groningen en Bremen. Aan deze spoorlijn ligt veel werk. Zo moet de Friesenbrücke hersteld worden (deze moet in 2024 gereed zijn). Ook hopen zowel de Duitse als de Nederlandse overheden dat de Wunderline, die de reistijd tussen Groningen en Bremen naar twee uur moet brengen, in 2030 klaar is.
Daarom heeft de fractie vragen gesteld over de samenwerking en de lobby van Groningen, samen met de deelstaat Niedersachsen, in zowel Berlijn als Den Haag. De fractie van de Partij voor het Noorden wil graag weten welke stappen het college met Duitse partners gaat ondernemen om een betere positie te verkrijgen voor de spoorverbindingen tussen Groningen en Duitsland.