Wie wil fietsen of joggen moet veel meer afstand houden dan de anderhalve meter waar tot nu toe over wordt gesproken. Dat blijkt uit onderzoek van de Technische Universiteit Eindhoven en de Katholieke Universiteit Leuven.
Door middel van verschillende testopstellingen hebben onderzoekers ontdekt dat de grens van 1,50 meter niet genoeg is bij bewegingsinspanningen. Bij het simuleren van vrijgekomen speekseldeeltjes van iemand die hoest blijkt dat de wolk van druppeltjes tijdens het wandelen, fietsen of joggen in de lucht blijft hangen. Wie daar 1,50 meter achterfietst of achteraan wandelt in de zogenaamde slipstream, ademt deze druppels alsnog in.
Volgens de onderzoekers is de 1,50 meter-afstandsregel alleen effectief bij mensen die stilstaan. Bij wandelingen moet gedacht worden aan een afstand van vier á vijf meter. Bij joggen en fietsen tien meter, en bij wielrennen aan zeker twintig meter afstand.