Als de coronamaatregelen gehandhaafd worden dan maakt dit de situatie voor studenten in studentenhuizen onleefbaar. Dat zegt raadslid Marten Duit van Student en Stad woensdag.
Duit heeft samen met verschillende andere studentenfracties uit andere steden opgeroepen voor meer duidelijkheid over de richtlijnen. Het probleem is namelijk dat studentenhuizen niet gezien worden als één huishouden waardoor bewoners verplicht anderhalve meter afstand van elkaar moeten houden. Dit geldt ook als zij samen in één huis met een gezamenlijke keuken, douche en
woonkamer wonen. De maatregel zorgt voor veel verwarring en onduidelijkheid bij de studenten.
Riskeren van boete van 390 euro
Volgens Duit is er in Groningen zelfs onduidelijkheid over de regelgeving achter de voordeur van studentenhuizen. Duit haalt een voorbeeld aan waarbij de politie aan bewoners van een studentenhuis vertelden dat ze een bekeuring van 390 euro riskeerden als ze geen afstand hielden in hun woonkamer. Dat de regels zo worden geïnterpreteerd is voor het raadslid een raadsel. “Mocht dit worden gehandhaafd wordt de situatie voor studenten onleefbaar”.
“Studentenhuizen zijn geen huishouden”
Ook uit andere delen van het land komen vergelijkbare verhalen. In Utrecht hebben agenten en handhavers afgelopen week diverse waarschuwingen uitgedeeld bij het Ina Boudier-Bakker-complex. De politie sprak de bewoners aan met de boodschap dat zij geen huishouden waren en daarom een boete riskeerden. “Deze maatregelen voelen niet altijd rechtvaardig en transparant”, zegt fractievoorzitter Eva Oosters van Student & Starter, één van de andere fracties die om duidelijkheid vraagt. “Studenten hebben het idee dat zij samen een huishouden vormen. Ook zijn de signalen van politie en handhaving niet altijd eenduidig en kunnen de bewoners op weinig begrip rekenen van de autoriteiten.”
Afgelopen Paasweekend liet de jongerenorganisatie van het CDA, het CDJA, al een zelfde geluid horen.