Mensen met psychische stoornissen hebben een verhoogde kans op het later ontwikkelen van verschillende lichamelijke ziekten als hart- en vaatziekten en een beroerte. Dit blijkt uit een studie waar de Groningse onderzoekers prof. dr. Peter de Jonge en dr. Annelieke Roest aan meewerkten.
Volgens de onderzoekers kan een psychische stoornis een vroegtijdig signaal zijn om iemand actief te monitoren om lichamelijke klachten te voorkomen. Een internationaal onderzoeksteam onderzocht data van meer dan 5,9 miljoen Denen. Daaruit bleek dat mensen met een psychische stoornis 37% meer kans hebben op een latere lichamelijke ziekte. “Er werd bijvoorbeeld gevonden dat vrouwen met een angststoornis 50% meer kans hebben op het ontwikkelen van hart- en vaatziekten of beroerte. In 15 jaar zal maar liefst 1 op de 3 vrouwen met een angststoornis een van deze lichamelijke ziekten krijgen. Een ander voorbeeld is het verband bij mannen met alcohol-gerelateerde stoornissen, die een 4 keer verhoogd risico hebben op het ontwikkelen van maag-, darm- en leverziekten en in 15 jaar tijd krijgt 1 op de 5 een van deze ziekten”, vertelt hoogleraar Peter de Jonge.
De resultaten zijn, volgens de onderzoekers, van groot belang. Mensen zouden bijvoorbeeld gemonitord kunnen worden, en daarbij gescreend worden op bepaalde lichamelijke ziekten. Hierbij valt bijvoorbeeld te denken aan het vaker controleren van bloeddruk en cholesterolwaarden door de huisarts bij bepaalde groepen van patiënten.