Precies tachtig jaar geleden werd Groningen wakker terwijl er berichten uit de radio klonken dat Nederland in oorlog was met het Duitse Rijk. Al snel zou de stad in Duitse handen vallen.
Veel mensen zullen in de nacht van 9 op 10 mei 1940 wakker zijn geworden door vliegtuigen die overvlogen. Om 03.55 uur trokken grote eskaders van de Duitse Luftwaffe over Nederland. Via de Hilversumse radio meldde het Luchtwachtbureau dat honderden vreemde vliegtuigen van onbekende nationaliteit de oostgrens waren gepasseerd. Tegelijkertijd werden er grensoverschrijdingen gemeld bij Kerkrade en Vaals. Bij Bad Nieuweschans trokken Duitse overvalpatrouilles gekleed in nagemaakte Nederlandse-uniformen de grens over om snel belangrijke bruggen in handen te krijgen.
O- en Q-linie
De Nederlandse verdediging was gericht op de bescherming van de vesting Holland door middel van drie linies. De voorste linie bestond uit de IJssel- en Maaslinie en de Wonsstelling. De hoofdverdediging uit de Grebbelinie, de Peel-Raamstelling en Kornwerderzand. De Hollandse-waterlinie was de laatste terugvalmogelijkheid. De stad Groningen werd beschermd door de O- en Q-lijn. Een 75 kilometer lange linie. In de nacht van 9 op 10 mei werd deze bewaakt door vijf grensbataljons bestaande uit drieduizend soldaten onder leiding van Jacob Veenbaas. Zij beschikten over enkele stukken geschut en een aantal mitrailleurs. Eigenlijk hadden ze maar één doel: bij grensoverschrijdingen alarm slaan en bruggen opblazen waardoor de vijand niet snel kon optrekken.
De opmaat naar vijf donkere jaren
In de eerste twee dagen trekken de grensbataljons zich terug in de richting van de Wonsstelling in Friesland waarbij diverse bruggen worden opgeblazen en op verschillende plekken het tot gevechtshandelingen komt. De Duitse 1e cavaleriedivisie onder Generalmajor Kurt Feldt bestaande uit 15.000 soldaten kan door de vertragingstechniek minder snel oprukken dan gedacht. Op 11 mei is een groot deel van de provincie Groningen, inclusief de stad, in Duitse handen gevallen. Vijf donkere jaren zouden vervolgens aanbreken.
Berichten van het ANP op de Hilversumse radio lieten de bevolking weten dat Nederland in oorlog was: