De commissie Van Keulen concludeert dat professor Dimitry Kochenov reputatieschade heeft toegebracht aan de Rijksuniversiteit. De commissie onderzocht zijn connecties met een Maltees bedrijf dat handelde in paspoorten.
“Door zijn nevenwerkzaamheden niet volgens de regels te melden, heeft hij de universiteit een oordeel onthouden over het mogelijk via deze functies schaden van de reputatie van de werkgever, door toch een bijeenkomst van Henley & Partners te bezoeken, terwijl dit door het Faculteitsbestuur ten zeerste was ontraden”, zo schrijven de onderzoekers in het rapport. Deze actie leidde tot veel media-aandacht en later zelfs tot Kamervragen. De hoogleraar Europees Constitutioneel Recht en Burgerschap was voorzitter van Investment Migration Counsil (IMC) Deze vereniging, met een dochterbedrijf in Malta, bevorderde de paspoorthandel, zo blijkt uit een reportage van Nieuwsuur.
Hoewel de commissie niet kon concluderen dat Kochenov direct bij de paspoortenhandel betrokken is geweest, ontving Kochenov ten onrechte betaling op zijn privé-rekening voor werkzaamheden voor Henley & Partners, zo schrijven de onderzoekers. Ook konden onderzoekers niet vaststellen dat Kochenov academisch afhankelijk of onobjectief is geweest. Maar de onderzoekers noemen het wel opvallen dat Kochenov betrokken was bij meerdere aan paspoorthandel-gelieerde bedrijven, die overigens allemaal in de beruchte ‘Paradise Papers’ staan genoemd. Het bedrijf van Kochenov en de professor zelf komen hier echter niet in voor.
Uit een reactie op een Naschrift van Kochenov, waarin hij de onderzoeksmethodes van de commissie ter discussie stelt, blijkt dat de door Kochenov aangeleverde documenten schaars zijn en vol staan met verwijderde passages. De onderzoekscommissie kon gewoon door de afgelakte stukken heen lezen, maar nam de conclusies die het hieruit trok niet over in het rapport.
De Rijksuniversiteit laat het, ondanks de conclusies in het rapport, bij een waarschuwing voor Kochenkov.