Er zijn dit schooljaar fors minder zittenblijvers op het voortgezet onderwijs in vergelijking met voorgaande schooljaren. De trend is in het hele land en op alle onderwijsniveaus te zien. Dat blijkt uit onderzoek van dagblad Trouw.
Door de coronacrisis kwam het fysieke onderwijs halverwege maart stil te liggen. Leerlingen volgden online onderwijs maar daardoor konden er veel minder toetsen en tentamens afgenomen worden. Uit het onderzoek blijkt dat docenten soepel zijn in de boordelingen van leerlingen. Met als resultaat dat er dit schooljaar minder zittenblijvers zijn. Scholieren krijgen vaker het voordeel van de twijfel. Daarnaast wordt gezien dat scholen leerlingen en ouders een zwaardere stem geven in het besluitproces. Uit een enquête van onderwijsvakbond AOb blijkt dat tachtig procent van het onderwijspersoneel aangeeft dat de overgangsprocedure vanwege de coronacrisis is aangepast.
Dat er minder tieners zittenblijven sluit aan bij het advies dat de VO-Raad, de vereniging van middelbare scholen, onlangs gaf. Zij lieten weten dat scholen er verstandig aan zouden doen om de overgangsnormen te versoepelen. “Wij vinden dat daar flexibel mee moet worden omgegaan”, zegt Stan Termeer van de VO-Raad tegen de krant. “Voor het centraal examen zijn er landelijke normen vastgesteld, maar voor de criteria om over te gaan zijn die er niet. Scholen hebben grote vrijheid om zelf te bepalen wie er overgaat. We hopen dat ze er coulant mee omgaan.”