De versterking van onveilige huizen in het Groningse aardbevingsgebied gaat nog steeds te langzaam. Dat stelt het SodM, de toezichthouder op mijnbouw, in een evaluatie.
In het huidige tempo duurt het nog 20 jaar voordat alle Groningers even veilig wonen als de rest van Nederland. Naar schatting moeten 26 duizend huizen worden versterkt, maar tot nu toe is dat slechts bij ruim duizend huizen gebeurd. Vorig jaar werden in totaal 300 adressen versterkt. Ook dit jaar is het tempo weer te laag, aldus de toezichthouder.
Om verdere maatschappelijke ontwrichting te voorkomen en het vertrouwen van Groningers in de overheid terug te winnen, moeten huizen sneller worden versterkt. Het SodM constateert dat verschillende belangen door elkaar heen lopen, waardoor er geen tempo in zit. Bewoners en lokale bestuurders willen compensatie van leed en niet-nagekomen beloften, en houden daarbij vast aan inmiddels verouderde inzichten. Volgens het SodM verlamt dit de gesprekken over versterkingen van panden die het meest onveilig zijn.
Eén van de grootste problemen is volgens het SodM dat er geen duidelijke coördinatie van de versterking van de huizen is. Het SodM adviseert de ministers Wiebes en Ollongren om alsnog voor een crisisaanpak te kiezen en zo meer tempo af te dwingen met het versterken van huizen. Andere belangen, zoals compensatie, moet ook geregeld worden, maar in een los traject zodat het niet ten koste gaat van de versterking.
Het SodM verwacht dat het aantal aardbevingen op den duur afneemt, evenals de kans op zwaardere aardbevingen. Daarmee wordt het veiliger in Groningen, maar versterking van huizen blijft nog steeds nodig.