Aantal meldingen van misstanden bij RUG stijgt met bijna twintig procent

nieuws
Foto: Joachim Kohler via WikiMedia

Het aantal meldingen van misstanden bij het Bureau Vertrouwenspersoon van de Rijksuniversiteit Groningen is vorig jaar gestegen met 18,75 procent. Dat blijkt uit een rapport van het bureau, wat donderdag werd besproken in de Universiteitsraad.

Internationale studenten melden veel

De vertrouwenspersoon vindt het opvallend dat 42 procent van alle meldingen gedaan wordt door internationale studenten en medewerkers. Deze hebben vaak te maken met ongewenst gedrag, met name intimidatie en discriminatie. Er is sprake van een gestage stijging van deze meldingen.

Stijging aantal meldingen van mannen

De stijging van het aantal meldingen komt volgens de vertrouwenspersoon direct voort uit een stijging van het meldingen gedaan door mannen. Een derde van deze mannen zijn internationals. “Een reden zou kunnen zijn dat door de aandacht die de RUG heeft besteed aan sociale veiligheid, waardoor mannen zich meer dan voorheen aangesproken voelen of veilig voelen om te melden”, aldus het Bureau.

Verder valt op dat er meer meldingen waren op het gebied van Werkomstandigheden. Deze meldingen hebben direct te maken met gebrek aan sociale veiligheid en het gevoel geen mogelijkheden te hebben om iets aan de eigen situatie te kunnen doen.

Promovendi

PhD studenten met een Marie-Curie beurs worden soms aan hun lot overgelaten door de begeleiders, zo stelt het Bureau: “Er lijkt soms nauwelijks sprake van begeleiding door supervisoren. Dit geldt overigens ook voor ‘normale’ PhD studenten die om allerlei redenen na beëinding van het contract nog moeten promoveren in eigen tijd.” Ook lijken de promotie-eisen een struikelblok: “Promotie-eisen veranderen en/of worden bijgesteld gedurende het traject. Criteria om objectief te kunnen te kunnen vaststellen of iemand in aanmerking komt voor een promotie lijken subjectief te worden toegepast. Het lijkt er op dat deze problematiek RUG-breed speelt en niet langer kan worden afgedaan als een individueel probleem maar als een systeemprobleem.”