Supermarkten mogen bepaalde zelfzorggeneesmiddelen alleen verkopen als er ook een drogist of assistent-drogist fysiek in de winkel aanwezig is. Dat heeft de Raad van State woensdag bepaald.
Een ‘drogist op afstand’ die via een telefoon- of videogesprek klanten voorlichting geeft over een zogenoemd UAD-geneesmiddel, is in strijd met de Geneesmiddelenwet. De zaak draaide om een verzoek van Stichting Centraal Bureau Drogisterijbedrijven en Parfumeriebedrijven (CBD) aan de minister van Volksgezondheid, om maatregelen te nemen tegen enkele Albert Heijn supermarkten in Assen en Groningen. Zij verkopen geneesmiddelen die zonder recept verkrijgbaar zijn, maar wel uitsluitend in een apotheek of onder toezicht van een drogist mogen worden verkocht. Het gaat onder meer om grotere hoeveelheden of hogere doseringen paracetamol en ibuprofen.
Volgens CBD maken de supermarkten hierbij gebruik van het concept ‘Drogist op Afstand’ waarbij klanten voorlichting kunnen krijgen over een geneesmiddel van een drogist via een telefoon- of videogesprek. Volgens CBD is dat in strijd met de Geneesmiddelenwet. De Raad van State is het daarmee eens.