De verdachten van de ontvoering van een Pakistaanse student in Groningen zaten maandag in de rechtbank in Groningen vor de eerste dag van hun strafproces. De mannen, afkomstig uit Groningen, Hoogezand en Schiedam, wijzen naar elkaar als het gaat om de hoofdschuldige.
Volgens DvhN ontkennen de verdachten hun aandeel in de ontvoering niet. Twee van de drie verdachte mannen werkten in een shoarmazaak in Groningen. Volgens de twee planden ze de ontvoering uit geldnood. Waarom de derde verdachte meedeed, blijft onduidelijk.
Met de ontvoering wilden de verdachten 250.000 dollar aan losgeld incasseren, uitbetaald in Bitcoins. Ze ontvoerden de jongeman voor losgeld van zijn vader. Tijdens de ontvoering, die op 20 januari plaatsvond, werd het slachtoffer aan de Parkweg in een auto getrokken. Bij de ontvoering werd hij mishandeld en opgesloten in een woning aan de Kometenstraat. De ontvoerders bonden de man vast op een bed, waar de politie hem drie dagen later aantrof.
Dat heeft, volgens de advocaat van het slachtoffer, veel impact gehad op het leven van de jongeman. Volgens RTV Noord werd hij geslagen, gestoken en werd constant geconfronteerd met de plannen van de ontvoerders, die overlegden wat ze met hem zouden doen als er geen geld kwam. De Pakistaanse student is inmiddels weer in zijn thuisland, omdat hij zich niet meer veilig voelt in Nederland. Hij eiste, via zijn advocaat, een schadevergoeding van 54.000 euro.
De politie kreeg de ontvoerders in het vizier na tips vanuit Londen, die het Skype-gesprek tussen de ontvoerders en de vader van het slachtoffer traceerden. In deze Skype-gesprekken dreigden de ontvoerders de vingers van de jongeman af te zagen en hem te doden als de vader niet met het geld op de proppen kwam.